vrijdag 18 juli 2014 – Het onderzoek naar Anna en Fopje Folkema staat nog in de babyschoentjes, schreef Anna de Haas in De Boekenwereld 29-3 (2013). De twee zussen waren professionele illustratices die onder meer hun medewerking verleenden aan Il Callotto resuscitato (1716).
Letterlijk betekent deze titel: Callot tot nieuw leven gewekt. Jacques Callot was een Frans graveur die vroeg in de 17e eeuw een serie etsen van dwergen had vervaardigd. Hij had zich laten inspireren door de bultenaren die ter amusement vertoefden aan het hof van zijn broodheer Cosimo II de Medici.
De dwergen waren dermate populair dat ze dikwijls werden gekopieerd. Zoals door Anna en Fopje. Maar wat blijkt? De dwergen zijn in de 18e eeuw niet alleen op papier nagemaakt, maar ook in steen.
In de Zwergengarten van het Benediktijner klooster Gleink (Steyr, Oostenrijk) stonden dertien dwergenbeelden opgesteld. De lokale steenhouwer Johann Pabtist Wuntscher heeft in 1720 als voorbeeld een Duitse uitgave van de Callotto resuscitato genomen.
Sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw zijn ze echter te vinden in Schloss Lamberg, eveneens in Steyr. Ze vallen niet op en leiden eigenlijk een treurig bestaan (in het klooster stonden er 13 maar in de kasteeltuin nog slechts 12 …). Alleen kinderen en een handjevol toeristen staan er even bij stil. In het plaatsje zelf weet men nauwelijks meer iets te vertellen over de dwergen.
Het is een mooi uitstapje voor dixhuitièmistes die in Oostenrijk hun vakantie vieren. Amusant is het zeker. — RvV (met dank aan Anna)
¶ Lees hier het artikel van Viktor Trautwein, ‘Der Zwergengarten in Gleink’ (1958). Met illustraties van de stenen dwergen.