woensdag 20 augustus 2014 – In 1736 verscheen de Biblischer Mathematicus van Johann Jacob Schmidt (1691-1757), predikant te Peest en Palow. In het aanhangsel bevindt zich nog een staaltje van toegepaste wiskunde, namelijk Versuch einer Anwendung der Mathematic in dem Articul von der Grösse der Sünden-Schulden. Dit was geschreven Georg Sarganeck (1702-1743), rector van een school in Neustadt an der Aisch (Beieren).
Ik moest eraan denken toen ik zondagavond Zomergasten bekeek, met deze keer de wiskundige Ionica Smeets. Zij liet zien hoe praktisch wiskunde kan zijn en dat het meer is dan sommetjes maken. Feynman, C.P. Snow, Vroman: genoeg aanleiding om hun boeken weer eens uit de kast te halen.
Maar dus eerst de Biblischer Mathematicus, waarvan tot mijn verrassing in 1768 een vertaling blijkt te zijn uitgebracht door de gelegenheidscompagnie van de Amsterdammer Jacobus Loveringh en de Dordtenaar Abraham Blussé. Ze hadden er zelfs een privilege voor aangevraagd (en gekregen), vermoedelijk omdat ze vreesden dat het als studieboek – spelletjesboek wellicht – door concurrenten wel eens nagedrukt zou kunnen worden.
In de Bybelsche mathematicus of Schriftuurlyke wiskundige vind je interessante wiskundige opgaven (helaas heeft Google de illustraties niet of nauwelijks meegenomen). Je vraagt je af of dit werkelijk vragen waren waar de 18e-eeuwer zich mee bezig hield:
- Of het zand op de aerde kan getelt worden; en op welke manier?
- Hoe de kinders van Israël, zich, in eenen zo korten tyd, in Egypte zo zeer hebben konnen vermeerderen?
- Hoe groot het beloofde land geweest is?
- Hoe groot de lengte des Reuzen Goliath geweest is?
- Hoe veel het hoofdhair van Absalom, jaerlyks afgeschoren, gewogen heeft?
Afgezien van veel theologisch rekenwerk bevat het boek ook interessante verhandelingen over bijvoorbeeld de ‘Krygs-bouwkunde’. De stad Babel komt als volmaakt voorbeeld hiervan uitvoerig aan de orde. Op grond van bijbelteksten wordt de vesting tot in detail beschreven. Wel natuurlijk aan het slot ervan een verwijzing naar het imago van ‘de Moeder der geestelyke hoerery, en van alle gruwelen op aerde.’
Het is boeiend om te zien hoe de twee auteurs op hun manier wiskunde verbinden met filologie en theologie. Hun werk past in een tijdgeest waarin ook fysicotheologen een verbinding legden tussen de theologie en de (empirische) natuurkunde. Zij wilden Gods wezen leren kennen in de kosmische orde, in de natuur. Schmidt en Sarganeck zochten dit in … de getallen? Richard Feynman ging eeuwen later zelfs een stap verder met zijn ‘The Great Architect seems to be a mathematician.’ Maar hierop werd in de laatste aflevering van Zomergasten helaas niet ingegaan. — RvV