zaterdag 11 oktober 2014 – Onder een boom, bij een herberg buiten de stad, hebben drie heren plaats genomen aan een tafel. De voorste heeft op schoot een lieftallig meisje dat zijn steek heeft opgezet. Als je goed kijkt, zie je dat hij haar mutsje draagt. Achter het olijke stel zit een jongeman aan tafel, wiens pruik wordt gelicht door een dienstertje. Naast hem zit zijn vriend die de rook van zijn pijp in het gezicht blaast.
Achter hen, links, schenkt de knecht de glazen in, op een presenteerblad. Helemaal links zie je een man op de rug, die zijn met drank gevulde blaas staat te legen. De urine spat vrolijk op: net zo vrolijk als het gezelschap zelf. Helemaal rechts op de achtergrond staat de kastelein in de deuropening, die een kreupele bezoeker een aalmoes geeft.
De tekening is zeer waarschijnlijk een voorstudie van een schilderij van Cornelis Troost (1696-1750), zo lees ik in het standaardwerk van Niemeyer. Troost was een leeftijdgenoot van Weyerman; ze kenden elkaar, al was het alleen maar omdat ze beiden in Amsterdam woonden. Weyerman was een fan van hem. Vooral de portretten konden zijn goedkeuring wegdragen. Begrijpelijk dus dat hij Troost heeft gevraagd een portret van hem te maken.
Hoewel lang niet zeker, is alleen al de gedachte zeer aantrekkelijk: Troost schilderde niet alleen het gezicht maar ook het blote achterwerk van Weyerman. Dat is op het schilderij met een andere herbergscène, die van de Haarlemse herberg ’t Bokje, waar het volgens overlevering Weyerman is die zijn beschilderde kont uit het raam steekt. Twee trompettende herauten kondigen hem aan als de ambassadeur der Labberlotten. — RvV
¶ Op Librariana, een weblog gewijd aan bibliotheken, boeken en verzamelen alsmede aan historisch Heemstede en Zuid-Kennemerland, staat een uitgebreid verhaal over het herberg het Bokje en de Labberlotten. Hier vind je de volledige tekening van Cornelis Troost (hierboven is slechts een uitsnede).