Schrijver van Weyerman-feuilleton in De Nederlandsche Spectator
1 december 2014 – Op bladzijde 33 van Jeroen Brouwers’ Hélène Swarth komt de verloofde van de dichteres in beeld: Hendrik Wolfgang van der Meij. Een foto, gemaakt door Wilh. Ivens te Nijmegen, toont een kalende man met priemende ogen, verzorgde baard en snor. Je zou niet zeggen dat hij op dat moment weer bij zijn ouders woonde.
In zijn inleiding schrijft Brouwers in de hem kenmerkende geëxalteerde stijl over Hélène en haar Wolfgang. Over de verloofde die niet lang verloofde bleef, noteert Brouwers dat hij een ‘niet bijster interessante literator en criticus was’ en dat de man ‘voorgoed in de geschiedenis verdwenen’. Even dreigend en hoopgevend is de belofte: ‘wat ik niettemin nog meer over hem te weten ben gekomen zal ik een andere keer nog wel eens opschrijven.’ De meeste informatie over hem is te vinden in het ‘Levensbericht’ dat F. Smit Kleine aan hem wijdde en in het lemma dat Rob van de Schoor bijdroeg aan het Biografisch Woordenboek Gelderland, deel 2.
In het najaar 1892 verbrak de intussen vijftigjarige oud-officier de verloving, omdat hij in de dichteres niet de vrouw zag die zijn huishouden zou kunnen bestieren. Hij was geen wonder van gezondheid en zocht in zijn aanstaande ook een verpleegster. Hij had ook liever dat zij met de poëzie stopte.
Sinds 1878, na zijn vertrek uit militaire dienst, woonde hij even in Nijmegen, maar al snel in het naburige Hees (nu een onderdeel van de stad Nijmegen) bij zijn ouders. Vanaf 1883 was hij vaste recensent en literair medewerker van het prominente tijdschrift De Nederlandsche Spectator en dat bleef hij lange tijd. Zo publiceerde hij in 1895 en 1896, enkele jaren na het verbreken van de verloving, in De Nederlandsche Spectator een veeldelig feuilleton over Weyerman. Gaf Weyerman voedsel aan zijn heimwee? In zijn officiersjaren had Van der Meij veel gereisd en Rusland bezocht, met Kropotkin gecorrespondeerd en nu zat hij als zieke man in een idyllisch dorpje dat hij later verruilde voor ‘kafferdorp’ Wijchen. Over Weyerman schrijven en Wolfgang waande zich even in het middelpunt van gevaarlijk leven.
In Nijmegen nam hij niet echt deel aan kleinsteeds cultureel leven. Hij verlangde naar een verhuizing naar Den Haag. Misschien troostte hij zich in Nijmegen door de lokale internationale wielerwedstrijden te bezoeken, waar hij als tijdwaarnemer nuttig werk verrichtte.
Van der Meij overleed op 2 oktober 1914 in Leersum. Of hij daar nog bezoek ontvangt of geruimd is, kan ik niet zeggen. De school waar ik les geef, ligt een frisbeeworp verwijderd van Hees. Niets herinnert er aan hem. Misschien vindt Wolfgang het goed dat ik even aan hem denk als ik mijn fiets stuur door de bergen gevallen bladeren, in de lanen van Hees. — PA