Geschiedenis JCW

Uit: Karel Bostoen, ‘Over de Stichting Jacob Campo Weyerman’, in: Anton Bossers e.a. De satiricus Jacob Campo Weyerman, de luis in de pels van de Verlichting. Catalogus van de tentoonstelling ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de Stichting Jacob Campo Weyerman in de Koninklijke Bibliotheek te ’s-Gravenhage 16 januari-28 februari 1987. ’s-Gravenhage, 1987, p. 32-33.

André Hanou tijdens de eerste expeditievergadering (Breda 1977)

André Hanou tijdens de eerste expeditievergadering te Breda, 1977 (foto Barbara Sierman)

Oprichting
De Stichting Jacob Campo Weyerman werd op 14 januari 1977 te Amsterdam opgericht. Blijkens het kasboek van de stichting was Ton Broos degene die op 6 oktober 1977 als eerste zijn financiële bijdrage overmaakte.

In die begintijd waren de bestuursleden Ton Broos, André Hanou, Barbara Sierman en Eric de Blauw. Aan het eind van 1977 telde de stichting achttien vrienden c.q. leden. Tien jaar later zijn er 156 campisten.

Weg met pedante lyriek, verkalkte dramatiek en waterige sentimentaliteit!
Het idee om de stichting op te richten, dateert evenwel van iets vroeger dan 1977. In de zomer van 1975 was de universiteit van Yale (USA) gastheer van het 4th International Congress on Enlightenment. ’s Nachts met de ‘Scotch’ onder handbereik en ingekwartierd op een studentenkamer van het type dat verdubbeld is (ongeveer op de manier als Focquenbroch zijn rondelen verdubbelt) spuiden Hanou en De Blauw hun ergernis over de droevige staat van de studie der Nederlandse achttiende-eeuwse letterkunde.

Wat toen als canon van de achttiende-eeuwse literatuur werd gezien, was in hun ogen weinig meer dan pedante lyriek, verkalkte dramatiek en waterige sentimentaliteit. Deze canon leek – naarmate de nacht vorderde – te zijn samengesteld óf door vijanden van de achttiende eeuw óf door geheel onnozelen. Hanou en De Blauw zelf waren namelijk toen reeds bekend met een aantal geschriften waarin de geest der Verlichting vrij spel had.

Waarom Weyerman?
Dit soort literatuur op te sporen en toegankelijk te maken, was hetgeen hun nu voor ogen stond. Pas naderhand echter bleek hun dat zij er verstandig aan deden om zich op het werk van Jacob Campo Weyerman te concentreren. Diens pennenvruchten waren onverkrampt: de ‘vorm’ was snedig, de ‘vent’ was onethisch. Ook de verfoeide sentimentele weekheid ontbrak in Weyermans werk geheel.

Verdere overwegingen om speciaal de aandacht op Weyerman te richten waren de omvangrijkheid en onbekendheid van diens werk. Naast Verlichtingsideeën bevatte het vele toespelingen op klassieken en tijdgenoten, zodat het ook voor een publiek met een algemene belangstelling voor het tijdvak van de Verlichting interessant was.

Door de breedheid van de materie die door Weyerman werd behandeld, vormde het tevens een ideale basis om werk van andere verlichte auteurs te behandelen. Daarenboven omgaf de auteur een aura van internationale allure, wat een verademing betekende na alle vaderlandse geborneerdheid.

Toen in de loop van 1977 het doel van de Stichting Jacob Campo Weyerman nader werd omschreven, luidde dit als volgt: “het bevorderen van de kennis van Weyermans leven en werk, en de uitgave van zijn toneelstukken, tijdschriften enz.”.

Tweede lustrumviering van de Stichting Jacob Campo Weyerman, in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag (1987). Janny Roos (l.) en Jan Bruggeman als de heer en mevrouw Weyerman.

Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman
De contribuanten van de stichting zijn drieërlei, namelijk student-vrienden, vrienden en leden. Uit die laatste soort wordt door het zittende bestuur een nieuw bestuur gekozen. Contact met de vrienden en leden wordt onderhouden middels het tijdschrift Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman (verkort: MedJCW) en via jaarvergaderingen en expeditievergaderingen.

Het tijdschrift MedJCW verschijnt vanaf 1978. In de eerste jaren was het niet veel meer dan een gestencild blaadje, waarin de verblijfplaats van Weyermans werken in diverse bibliotheken werd gesignaleerd, verder treft men archiefgegevens erin aan omtrent de persoon van Weyerman en gegevens uit allerlei veilingcatalogi. Naast enkele oorspronkelijke artikelen vindt men hierin ook secundaire literatuur, overgenomen uit oudere, vaak slecht toegankelijke bronnen.

Vanaf maart 1982 dateren pogingen om het blad wat aantrekkelijker te maken. Het uiterlijk werd verbeterd door middel van een rood omslag, bekostigd uit de advertentie van de Amsterdamse kroeg, genaamd de Engelse Reet, waarin zich de bestuursvergaderingen meestal afspelen, maar het bleef behelpen. Het definitieve afscheid van het stencilapparaat werd genomen toen met ingang van jaargang 6 (1983) de uitgeverij Sub Rosa de uitgave verzorgde. Illustraties werden nu mogelijk en ook de leesbaarheid van de bijdragen verbeterde sterk. Het tijdschrift kent een redelijk succes: momenteel zijn naast leden en vrienden een dertigtal bibliotheken in binnen- en buitenland op het tijdschrift geabonneerd.

Grondvergadering
Zoals gezegd onderhoudt de Stichting het contact met vrienden/leden en belangstellenden ook door middel van activiteiten. In januari vindt ieder jaar te Amsterdam de jaarvergadering plaats. Daarop wordt onder andere een grote lezing gehouden en vier kleinere.

De grote lezing wordt meestal gehouden door een deskundige van buiten de stichting. Zo sprak mevrouw dr. I.H. van Eeghen in 1983 over Jacob Campo Weyerman en de boekhandel en in 1984 werd de lezing gehouden door Professor Margareth C. Jacob uit New York. Deze lezing was getiteld: ‘The crisis of the European mind: Hazard revisited’.

Expeditievergadering
In augustus of september organiseert de Stichting haar jaarlijkse expeditievergadering naar een plaats waar Weyerman heeft verbleven of gewerkt. Zo werd in 1977 Breda bezocht (de plaats van Weyermans jeugd), daarna Charleroi (wegens zijn geboorte in een legerkamp bij die plaats), verder Livorno, Het Woud bij Delft, ’s-Hertogenbosch, Antwerpen, Vianen, ’s-Gravenhage en Abcoude.

Expeditievergadering naar Leiden (1989)

De laatste jaren wordt de expeditievergadering georganiseerd in nauw overleg met de plaatselijke historische vereniging. Een lokale historicus houdt dan een lezing over zijn stad of dorp in de achttiende eeuw en de plaats van Weyerman daarin. Na afloop wordt de discussie tussen Weyermanianen en plaatselijke historici dan ook met het nodige vuur en geestdrift gevoerd. Ook de historische rondleiding daarna wordt verzorgd door iemand die afkomstig is uit de plaats die het doel is van de expeditie.

Heruitgave van het werk van Weyerman
Sinds haar ontstaan heeft de Stichting geprobeerd om de uitgave van Weyermans werken te stimuleren. Leden en vrienden van de Stichting hebben de uitgave bezorgd van drie toneelstukken, twee tijdschriften, één satirische biografie en een satirische dialoog. Verder is in 1985 een bundel studie verschenen die geheel gewijd is aan Weyermans leven en werk.

Mogen de volgende tien jaar van het bestaan van de Stichting even vruchtbaar zijn als de eerste tien!