zaterdag 22 november 2008 – Na het schitterende artikel over de Schiedamse Saturnus in 2003 (MedJCW 26-1) hebben we lang moeten wachten op Anna de Haas’ veelbelovende biografie over Cornelis van der Gon.
Tussendoor verscheen nog haar ‘Venus en Neptunus, of Het scheeps leven (1714) van Cornelis van der Gon’, in TNTL 2004, maar daarna was het stil.
Nu is het zover. Zojuist verscheen Wie de wereld bestiert, weet ik niet. Het rusteloze leven van Cornelis van der Gon, dichter en zeekapitein 1660-1731.
Uitgeverij Balans vermeldt op haar website het volgende:
Cornelis van der Gon is een vergeten dichter uit het herfsttij van de Gouden Eeuw, die in zijn tijd al weinig bekendheid genoot. Een man uit de kleine burgerij die droomde van literaire roem en rijkdom. Hij stierf onbekend en onbemind, zonder te beseffen dat zijn leven en werk eeuwen later als spiegel van zijn tijd kunnen dienen.
Van der Gons kleine oeuvre is een staalkaart van genres die in zijn tijd werden beoefend: hij schreef gelegenheidsgedichten, toneelstukken en politieke verzen. Daarnaast maakte hij een eigen weekblad. Van alles heeft hij geprobeerd, ook in zijn privéleven, maar niets is echt gelukt. In Haarlem ging hij in de leer bij een notaris, maar werd er nooit een. Wel zorgde hij voor opschudding door de dochter van de etser Romeyn de Hooghe te schaken. In Schiedam werd hij wijnhandelaar, maar mislukte, terwijl zijn huwelijksleven in een publiek schandaal ontaardde.
Anna de Haas maakt de lezer moeiteloos deelgenoot van haar fascinatie voor het leven van deze dichter, op wiens brieven uit Sint Petersburg zij bij toeval stuitte. Het levensverhaal van Cornelis van der Gon is het resultaat van jarenlang onderzoek: elke vondst lokte een zoektocht naar nieuwe feiten uit. Met oog voor smakelijk detail schetst De Haas een rusteloos maar kleurrijk leven – van een knokpartij in een Haarlems café tot zijn belevenissen als kapitein op de vloot van Peter de Grote.