vrijdag 1 mei 2009 – Het volgende citaat is afkomstig van Weyermans Historie des Pausdoms, deel 3, tweede verdeeling, blz. 103 (met dank aan Jan Bruggeman).
Maar staa ruym Paapsgezinde oude wyven en opgeschoote jongens, vooral stoot me niet tegens myn elleboog dewyl ik uw een mirakel van de aldereerste klasse zal voordisschen, alzo geloofwaardig als de reys van Cyrano de Bergerak na de maan, als de wonderlyke voyagie van Sinjoor Pinto na de Indien, als het voorval van den geweezen Geneesheer Helvetius met een Noordhollander die den steen der wyzen had gekist in een elpenbeene doosje, of als de befaamde spookgeschiedenissen van den by de germaansche verstanden tot boven den derden hemel opgeheven Simon de Vries.
In de Ontleeding van den Ontleeder der Gebreeken, nr 3, p. 21, schrijft Weyerman in een voetnoot ook over deze Noordhollander:
Doctor Zweitzer heeft een Avontuurlyke, en zeer onwaarschynelyke Avontuur beschreven, van een Noorthollander, die hem den Steen der Wyzen liet zien, in een Elpenbeene Doosje Autant emporte le Vent.
Aanleiding voor deze post is het nieuws dat De Slegte een volkomen onbekend werk van Johann Friedrich Helvetius heeft opgeduikeld. Klik hier om het persbericht te lezen.
De titel van Helvetius’ werk verwijst naar de Urim en de Thummim (Exodus 28:30). Zie hierover de uitleg op wikipedia. Het zijn twee edelstenen in het borststuk van de hogepriester.
In de 17e en 18e eeuw waren geleerden mateloos geïntrigeerd door de betekenis van deze stenen.
Johan Frederik Helvetius (1630-1709) komt onder de naam ‘Sweitzer’ of ‘Schweitzer’ wel vaker voor in de 17/18e-eeuwse literatuur (bijvoorbeeld in de Baron van Syberg). Logisch, want hij woonde ook in de Republiek. Misschien heeft Weyerman hem ooit ontmoet?