vrijdag 5 november 2010 – Schizofrene psychose. In de 18e eeuw kon men deze diagnose nog niet stellen, maar de aandoening kwam wel degelijk voor. Ze werd gedetailleerd beschreven door Georg Büchner (1813-1837) in zijn novelle Lenz.
De novelle is zojuist opnieuw uitgegeven door uitgeverij IJzer, in de vertaling van Kees de Both.
Prijs € 12,50
ISBN 987 90 8684 054 0
Hieronder de blurb van de uitgever:
Een van de mooiste verhalen uit de vroeg 19e eeuwse literatuur
Jacob Lenz (1751-1792) geldt als de meest uitgesproken vertegenwoordiger van de Sturm und Drang. Hij was een belangrijk toneelvernieuwer en een begaafd dichter. Zijn vrienden beschrijven hem als een ietwat schuchtere, maar gedreven en sprankelende jongeman. Al vroeg kreeg hij echter last van wanen en hevige angstaanvallen, die zijn kunstenaarschap uiteindelijk zouden verstikken.
In deze novelle beschrijft Georg Büchner (1813-1837) de uitbraak bij Lenz van wat we nu een schizofrene psychose zouden noemen. Dit gebeurde tijdens een verblijf in de Vogezen, waar Lenz juist tot rust wilde komen. Met een bijzonder inlevingsvermogen beschrijft de nog jonge Büchner hoe de waanzin Lenz geleidelijk in zijn greep krijgt.
De novelle Lenz geldt tot op de dag van vandaag als een loepzuivere beschrijving van een aanval van schizofrenie. Voor veel literatuurkenners is Lenz daarenboven een van de mooiste verhalen uit de vroege 19e-eeuwse literatuur. De hartverscheurende eenzaamheid van Lenz, zijn vergeefse zoektocht naar God en zijn intense verlangen naar de onvindbare geliefde zijn centrale thema’s in het werk.
Georg Büchner was schrijver en medisch wetenschapper. Hij stierf reeds op 24-jarige leeftijd; de novelle vond men in zijn nalatenschap. Tijdens zijn studietijd evolueerde hij van revolutionair pamflettist tot een schrijver die in zijn werk het schrijnende lot van de losers uit zijn tijd zichtbaar wilde maken. Hij liet een klein, maar belangrijk oeuvre na. De grote prijs der Duitse letteren is genoemd naar hem.
In het nawoord wordt een beeld geschetst van zowel Lenz als Büchner en de milieus waarin zij verkeerden. Tevens wordt ingegaan op de zielsverwantschap tussen beiden en de bijzondere betekenis die het schrijven van deze novelle voor Büchner had, in een periode van innerlijke verwarring en grote dreiging door een justitiële vervolging.