Een geile geestelijke is van alle tijden

'Roomse biecht'

‘Roomse biecht’

vrijdag 30 december – Reve had het over ‘roomse gluipers’. In de canon van de Synode van Elvira (ca. 306) staat: ‘Those who sexually abuse boys may not commune even when death approaches.’ En als we de peilingen van Maurice de Hond mogen geloven, wantrouwen vier op de vijf Nederlanders de roomskatholieke kerk.

Het cliché van geile geestelijken is van alle tijden. Lees bijvoorbeeld de bekende Papekost, opgedist in Geuse schotelen (1720), van de Leidse predikant Laurens Steversloot (portret).

De Papekost werd door de regering verboden. Desondanks kwam er in 1720 nog een vervolg op. En in 1725 verscheen Geusekost, opgedist in Paapse schotelen, tegen de oppermacht van de pausen. Er was toen sprake van een antipapistische hausse, want rond die tijd verscheen bijvoorbeeld ook Weyermans Historie des Pausdoms.

Citaat uit de Papekost (die in 19e-eeuwse biografische woordenboeken opvallend genoeg niet bij de brave Steversloot vermeld wordt):

Trali-Paters, vette, snoode Geesten,
Vrouwe-schenders, Sodomietsche Beesten,
Hoere-voogden, klop, en quezel-makers,
In het quade zijt gy altijd wakers.

Wreede wolven, wel in Schapekleêren,
Maar van binnen Leeuwen, Tygers, Beeren,
Uw bloedgierig, boos, tyrannig Harte,
Derft trots, de gantsche werelt tarte.

In het religiekatern van Trouw stond gisteren een interview met Edwina Hagen, ‘Rome was in de 18de eeuw al een “poel van allerlei vuile onkuisheidt”‘. Edwina, dankzij haar proefschrift specialist in vroegmodern antipapisme, merkt hierin op dat het grote publiek rond 1800 ervan overtuigd was dat katholieke pastoors, paters en priesters meer dan niet-katholieken geneigd waren tot foute seksuele uitspattingen. – Lees ook de reacties.