dinsdag 8 november 2022 – In de Verzamelde Dichtwerken van Robert Hennebo is er uiteraard plaats voor de ‘evergreen’ ‘Lof der Jenever’. Net ervoor, althans in mijn editie, staat het gedicht ‘Rouw-klachten van den Heere Jacobus Veenhuizen, over den smertelijken dood van zijnen goudvink, kanarij, hond en paard’. Hennebo legt in het gedicht Veenhuizen het rouwbeklag in de mond.
Over Hennebo is er een fijn boekje van Gerard Schelvis en Kees van der Vloed: Jenever en wind. Leven, werk en wereld van Robert Hennebo (1686-1737). En daarin treedt Veenhuizen enkele keren naar voren. Aan Jenever en wind ontleen ik ook de wetenschap dat van de Rouwklachten al aparte edities verschenen in 1716 en 1723. De eerste editie van de Lof der jenever kwam in 1718 van de pers. Die Verzamelde dichtwerken moeten zijn uitgegeven in de periode 1765-1767.
Over Veenhuizen of Veenhuyzen weten Schelvis en Van der Vloed te melden dat hij waard was in de herberg ‘de kleine Carthuizers’ en dat hij ook als dansmeester en wijnkoper dienst deed. Hennebo was eveneens kroegbaas. Weyerman bracht beiden samen in zijn Zeldzaame Leevens-Byzonderheden. In de vriendschappen van eenzame wolf Weyerman is een opvallend patroon aan te wijzen: hij hield het meest van kasteleins, zij schonken en met hen kon je lachen.
Lees verder →