zaterdag 6 juni 2015 – Op deze prent is een groot gezelschap te zien, gezeten aan een tafel die versierd is met diverse tafelstukken. Er zitten uitsluitend patriotten aan tafel: ze vieren de alliantie tussen de Republiek en Frankrijk die op 10 november 1785 was gesloten. Willem V had onder zware politieke druk zijn gehate bondgenootschap met Engeland vaarwel gezegd en was met de Fransen in zee te gaan.
Voor de patriotten reden genoeg voor een feestje. Hier zien we het feestelijke diner in de Amsterdamse Garnalendoelen op 27 januari 1786. Elders in het land de werd de alliantie eveneens gevierd met feestelijke maaltijden: het Rotterdamse exercitiegenootschap vierde het bijvoorbeeld in de plaatselijke Sint Jorisdoelen.
In de Amsterdamse vergaderplaats staat op tafel een gigantische tempel, de tempel der eendracht. Links op de voorgrond wordt een fles ontkurkt. In het watervat liggen nog meer flessen in de koeling. Een hond stelt zich tevreden met wat toegeworpen etensresten. Wie er op het balkon zitten, in de verte, is niet duidelijk. De vrouwen van de patriotse schutters? Feit is dat er aan tafel alleen heren zitten. Op een andere prent die van het feestje is gemaakt, meen ik inderdaad dameskapsels op het balkon te ontwaren. Of zijn het muzikanten?
Bovenstaande prent is gemaakt door Jacobus Buys (1724-1801), leerling van Cornelis Troost. Volgens Van der Aa was hij ‘een hupsch en deftig man, die een goed oordeel bezat bij een opgeruimd humeur.’ Graveurs als Reinier Vinkeles hebben veel tekeningen van Buys gekopieerd. Niet verwonderlijk dus dat we een variant van de prent tegenkomen in deel 16 van Fokkes Geschiedenissen der Vereenigde Nederlanden voor de vaderlandsche jeugd (Amsterdam, Johannes Allart, 1783-1795), deze keer vervaardigd door Vinkeles. Hoewel de prent minder gedetailleerd is dan die van Buys, is goed te zien dat er op tafel meer symbolen staan van de eendracht tussen de Republiek en Frankrijk.
Het vriendschapsverdrag was overigens een doorn in het oog van de orangisten. Johannes le Francq van Berkheij bijvoorbeeld schreef er een venijnig spotdicht over: De vryheid en de edele dubbeldemuts. Het impressum spreekt boekdelen: ‘Gedrukt by Job Callot, boekverkoper in de Calottestraat, in Calottenburg, daar de Ouwerwetsche Callot uithangd’. —RvV