woensdag 30 november 2016 – Vorige week dinsdag 22 november was het precies vierhonderd jaar geleden dat de alleskunner van Deventer Gisbert Cuper in huis ‘De Schuur’ op 72-jarige leeftijd overleed. Er was in het oude Stadhuis een mooi herdenkingsprogramma in elkaar gezet, er was zelfs een heuse wethouder die zijn licht liet schijnen.
De middag opende met een bijzondere wandeling, de ‘Cuper wandeling’, waarvoor ik te laat kwam. Degenen die de tocht gelopen hadden, kwamen zichtbaar tevreden terug. Op de tafeltjes lag een charmante brochure, getiteld Cuper wandeling, bedoeld om de laatkomers te troosten. In een bestek van 38 bladzijden worden lezer en aanstaande wandelaar langs de plaatsen geleid die Cupers leven in Deventer markeerden.
Na de wandeling presenteerde Catharine Bolkestein een fraaie monografie, die zij aan Cuper had gewijd. In 79 bladzijden, overvloedig en fraai geïllustreerd, schenkt zij aandacht aan uiteenlopende aspecten van Cupers leven: als geleerde, correspondent, boekenliefhebber, verzamelaar, stadsbestuurder, gedeputeerde (in Den Haag en te velde). Een prachtig boekje, dat maar één nadeel heeft: het wekt het verlangen naar méér. Het is uitgegeven door Corps 9 Publishers en kost nog geen 14 euro (meer info).
En dan de wethouder, die aan zijn lectuur van het boek van Catharine Bolkestein had overgehouden dat Cuper nu en dan pedant was en last had van een wat te groot zelfvertrouwen. Als mij één indruk uit het boek was bijgebleven, was het dat Cuper wél recht had om pedant te zijn.
Vóór de onvermijdelijke borrel werd in het stadhuis een stijlvol gedenkteken onthuld. Bij de onthulling was het niet onmiddellijk gelukt om het plakband van de bovenste rand te verwijderen. Met gevaar voor eigen leven besteeg een man het trapleer om het plakband los te trekken. Als gedenktekens kunnen lachen, denk ik dat dat van Cuper wel even heeft geglimlacht om dat waagstuk. —Peter Altena