Voetnoot 51

Engelse motto’s in de Ontleeder der Gebreeken II nr. 8 en 27

Thomas D’Urfey

vrijdag 4 mei  2018 – In Voetnoot 50 schreef ik dat Weyerman in twee jaar tijd Den Ontleeder der Gebreeken drie Engelse motto’s gebruikte, en besprak ik de eerste. Het tweede motto staat voorop nummer 8 van Den Ontleeder II:

With an Air, and a Face,
With a Shape, and a Grace, &c.

Ditmaal wijst Weyerman de geciteerde auteur correct aan: Thomas d’Urfey (1653?-1723). D’Urfey was toneel- en liedtekstschrijver.1 Tegenwoordig is hij vooral nog bekend door zijn zesdelige bundel Wit and Mirth, or Pills to purge Melancholy (1719) met liederen die in de categorieën ondeugend, dubbelzinnig en scabreus thuis horen.

Deze twee regels komen uit het lied ‘from rosy bowers’, volgens de Songs Compleat uit 1719 ‘a Mad Song. by a Lady distracted with Love. Sung in one of my Comedies of Don Quixote: The Notes to it done by the late famous Mr HENRY PURCELL […]’. En inderdaad: het lied werd eind 1695 opgevoerd in de vijfde akte van de derde Don Quichot-komedie van d’Urfey, en het is de laatste tekst die Purcell op muziek zette.2

Deze waanzinsaria was een van de hoogstandjes in dit grotendeels gesproken werk: de zangeres doorloopt in ongeveer zes minuten de emoties Love, Melancholy, Passion en Frenzy … Weyerman gebruikt een vrije vertaling van dit motto als bruggetje naar het vervolg van zijn koffiehuis-schets, maar het enige verband dat ik zie is dat ook die koffiehuis-scene vrij chaotisch verloopt.

Het derde motto staat op nummer 27 van 16 april 1725. Het is relatief lang, en het komt … uit het Latijn: het is een fragment uit de eerste satire van Persius:

Unlike in Method, with conceald, design,
Did crafty Horace his low Numbers join;
And, with a Sly insinuating Grace,
Laugh’d at his Friend, and look’d him in the Face:
Would raise a blush, when secret Vice he found;
And tickled, while he gently prob’d the wound.
With seeming Innocence the Crowd beguil’d;
But made the desperate Passes, when he smil’d.
Pers. Satys. [sic]

Jan Bruggeman vond deze regels terug in Drydens vertaling van de Satires van Persius (1692). Wat zou Weyerman ertoe gebracht hebben Persius in het Engels te citeren? Las hij ten tijde van het schrijven van die aflevering Dryden? Of herinnerde hij zich deze regels en vond hij ze bijzonder kunstig? Ik zou het niet kunnen zeggen, en ook het verband van het motto met de inhoud van deze Ontleeder-aflevering is me niet duidelijk geworden. – Jac Fuchs

1. Weyerman gebruikte ook twee regels van d’Urfey voor nummer 11 van Het Oog in ’t Zeil, maar daar noemt hij de auteur niet.
2. The Comical History of Don Quixote, Third Part, with the Marriage of Mary the Buxome, in 1696 in Londen uitgegeven door Samuel Briscoe. Ook de muziek van Purcell is overgeleverd.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.