Van 1984 en 1998

Over de toekomst van George Orwell en Gerrit Paape

donderdag 8 november 2018 – Wie naar de toekomst reist, neemt zijn heden mee. George Orwell veranderde voor 1984 de cijfers van 1948, waarin hij zijn dystopie schreef. In zijn 1984 is 1948 vertekend. Iets soortgelijks is het geval met de toekomstroman De Bataafsche Republiek, die Gerrit Paape in 1798 schreef en die hem in 1998 bracht. Dat 1998 lijkt als anderhalve druppel, ofschoon met een halve druppel vertekening op 1798.

In 1984 en 1998 werd de balans opgemaakt: hadden Orwell en Paape het goed gezien? Ofschoon de tijdreis van Paape liefst twee eeuwen besloeg – in vergelijking waarmee Orwell zich een uitstapje veroorloofde – bleek in 1998, toen uitgeverij Vantilt de roman opnieuw uitgaf, dat Paape het in veel opzichten verbluffend scherp gezien had. De tijdreis bracht Paape overigens niet in een allemansparadijs: tegenover de evidente verbeteringen die de nieuwe wereld bood, was de keerzijde van het geluk: verveling. Dat is een nauwkeurige voorspelling: het gaat met de meeste Nederlanders zo goed dat de verwendheid laat zoeken naar onvolkomenheden en dat nieuwe kicks de halfslaap van tevredenen en legen moeten verdrijven.

Die heruitgave in 1998 begon met een Nijmeegse scriptie van Mireille Oostindië. Op een bepaald moment, ergens rond de zomervakantie, is mij gevraagd om van de editie, die in die scriptie was opgenomen, een boek te maken. Een respectabele uitgever zag niet veel in de uitgave, kort erna zonk de zon van die uitgeverij in duisternis. Marc Beerens van Vantilt durfde wel en dankzij baldadige en vriendelijke brieven aan het Republikeins Genootschap maakte Pierre Vinken de uitgave financieel mogelijk. Het boek kwam er, met een buikbandje!

Het welbewust veroorzaakte rumoer rond die uitgave – een verzoek aan prins Willem-Alexander, werkzoekend historicus, en nadien aan een onlangs overleden historicus, om het eerste exemplaar in ontvangst te willen nemen, zorgde daarvoor – kreeg een vervolg in de presentatie van het boek in Nieuwspoort. Bij die presentatie waren vooral familie en vrienden aanwezig, maar het blote feit van de aanwezigheid daar zorgde die dag voor een keten aan verzoeken van de media. Die dag reisden Mireille, Marc en ik van Den Haag naar Zwolle, waar ik in het PEC-stadion geïnterviewd werd en in het centrum, bij  RTL-live andermaal, hand van Minousch Jorissen op mijn onderarm (‘Zeg Peter’) en een gnuivende Beau van Erven Dorens, en vervolgens in de vooravond naar Hilversum voor ‘Met het oog’ en de volgende ochtend de TROS-Nieuwsshow. Dat laatste gesprek was in die dagen het beste interview, terwijl ook RTL-Live heel adequaat was.

Na dat media-offensief werd het slechts langzaam stiller. Dieptepunt was het gesprek met de destijds veelbelovende Twan Huys, die het gesprek, dat een uur zou duren, begon met de mededeling dat hij die tekst van Paape niet veel vond en er ook nauwelijks in gevorderd was. Vragen had hij ook nauwelijks, antwoorden onderbrak hij al na twee woorden. Zelden zo’n zelfingenomen kwast getroffen.

Al die aandacht, nog versterkt door fraaie en intelligente besprekingen in de landelijke dagbladen en de weekbladen, maakte dat de tijdreis van Paape goed verkocht. Marc Beerens, gezegend met een scherpe intuïtie, had De Bataafsche Republiek in een flinke oplage gedrukt. Van die oplage zijn nu, twintig jaar later, nog maar een paar kleine doosjes over. Waar wachten jullie op? Lieve lezers, laat zien dat je meer smaak en meer doorzettingsvermogen hebt dan Twan Huys – eitje! – en bestel een exemplaar! —Peter Altena

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

2 reacties op Van 1984 en 1998

  1. J.Besseling schreef:

    OK gedaan!

  2. piet schreef:

    OK!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.