Voetnoot 89

Weyerman en het armoedige einde van William Dobson

zaterdag 29 december 2018 – In Voetnoot 85 stipte ik al even aan er problemen kleven aan het vierde deel van de Levens-beschryvingen der Nederlandsche Konst-schilders en Konst-schilderessen, met een uytbreyding over de schilder-konst der Ouden (1769).

In het voorwoord zegt de uitgever dat hij over Weyermans kopij beschikte, maar stukken tekst geschrapt heeft ‘welke of aanstootelyk waaren, of zaken bevatten die reeds […] elders waren geboekt’.

Verder bestaat het werk feitelijk uit twee delen, elk met hun eigen paginering. De eerste sectie bestaat uit ‘Aanmerkingen over het betaamelyke en het wanvoeglyke van de Schilderkonst’, gevolgd door een overzicht van de schilders die in Den Haag gewerkt hebben. Voor dit deel zegt Weyerman inzage gehad te hebben in het boek van de Haagse schildersacademie. Waarschijnlijk heeft hij ook hulp gehand van de Haagse schilder De Roore.1

De tweede sectie bestaat uit een reeks biografieën van schilders, van wie een groot deel in Engeland gewerkt heeft. De sectie sluit af met een biografie van Weyerman, een lijst van zijn gedrukte werken én nog zes pagina’s met ‘leevens byzonderheden’ van Weyerman. Dat is een eerste aanwijzing dat de uitgever wel stukken geschrapt mag hebben, maar dat hij aan de overgebleven passages niet al te veel versleuteld heeft. In de tweede sectie zijn bovendien op veel plekken gebruikte bronnen te herkennen en is de stijl van Weyerman nog heel herkenbaar.

De preek die Weyerman op p. 427-430 afsteekt tegen een man die zelfmoord overweegt, zou ik geschrapt hebben, maar de uitgever had er geen moeite mee. Hij is, zo ontdekte ik in 2011, ontleend aan een Engels voorbeeld, en daarmee een karakteristiek element in de tekst van Weyerman.2

Maar die ontlening valt in het niet bij het gebruik dat Weyerman van An Essay towards an English School of Painters van Bainbrigg Buckeridge maakte. Sander Karst wees op deze ontleningen, die de basis vormden voor een veertigtal biografieën in de tweede sectie van het vierde deel van de Konst-schilders.3 Maar hij stelde ook, terecht, dat Weyerman de stijl van de teksten verlevendigde en er eigen informatie aan toevoegde. Verder haalde Weyerman er informatie bij uit de schilderslevens die Roger de Piles schreef. Weyerman zal daarvoor niet een Franstalige editie van de Abrégé de la Vie des Peintres (1699) gebruikt hebben, maar de Engelstalige, waaraan het Essay van Buckeridge als aanhangsel was toegevoegd.4 Ik onderschrijf de conclusie van Karst ‘dat Weyermans versies van Buckeridges biografieën na een kritische analyse en goede verantwoording te gebruiken zijn’.

Na een eerste oriëntatie meen ik te mogen stellen dat Weyerman veel biografieën heeft aangevuld met een of meer inleidende zinnen met een hoog moraliserend gehalte. Het zou me niet verbazen als hij voor een aantal daarvan (Engelse) literaire voorbeelden gebruikt heeft.

Die veronderstelling gaat in ieder geval op voor de biografie van de schilder Willem Dobson, wiens zelfportret hierboven staat afgebeeld. De biografie is te vinden in de Konst-schilders IV, p. 294-299) en is gebaseerd op die van William Dobson uit het Essay (p. 414-416).

Weyerman begint met twee alinea’s over de wispelturigheid van het Fortuin. Voor die overpeinzingen gebruikte hij een fragment van het hoofdstukje over ‘Fortune’ uit The English Theophrastus van Abel Boyer.5 Hij verdiept het gevoel door een verband met zijn eigen leven te leggen.

Vanaf de derde alinea geeft Weyerman dezelfde informatie die Buckeridge ook geeft, maar hij heeft de opbouw van het verhaal gewijzigd en er een veel dramatischer vertelling van gemaakt. Zo zet Weyerman de kunsthandelaar Mr. Peak, voor wie Dobson werkte, neer als een doortrapte en lompe man, terwijl hij hem niet persoonlijk gekend kan hebben. Het dienstverband van Dobson vond namelijk plaats ongeveer een eeuw voordat Weyerman de pen hanteerde.

 Waar Buckerindge zich beperkt tot de volgende zin:

He was a fair middle-siz’d Man, of a ready Wit, and a pleasing Conversation, yet being somwhat loose and irregular in his way of living, he notwithstanding the many Opportunities he had of making his Fortune, died poor at his House in St Martins-Lane, in the Year 1647, and the 37th of his Age.

bouwt Weyerman dit gegeven uit tot bijna een hele pagina tekst:

Gelyk als nu de wanhoop veeltyds een Monnik maakt of een soldaat, op die zelve wyze herstelt den nood dikmaals een braaf Konstenaar, in een Luyaart, ofte in een Ligtemis. Willem Dobson sloeg dien laatsten weg in, als den vermaaklykste naar zyn gedachte. Die Konstenaar was meer op te loopen in het Wyn- of in het Bierhuis, als in den Kruidtuin tot Oxfort; en die dook alommers zo diep een staatelyken bak vol Punch, als een Dorps-eend duikt in een Boersloot. Deeze Oostersche leevenswyze verdroot ten laatste de dood, die zo maatig is als een Karthuizer Monnik in het hartje van de vasten; ook onderstellen de natuurkundigen wyslyk, dat de maatige leevenswyze van de dood, de eenige oorzaak is van zyn lang leeven. Om kort te gaan de dood nam op een tyd zyn gety zo wel in acht, ziende dat Dobson zo smoordronken was als een Toveres op den Hexen-Sabbath, en gaf hem zulk een hartige vermaaning tusschen zyn Bed en den Punchbak, dat toen hy dacht te ontwaaken in joks, den Man was overleeden in ernst; en wat behoef ik meer te zeggen.

Willem Dobson overleed ten zynen huize in St. Martenslaan, zo dood arm als een Vlaamschen Boer, die het geloofs onderzoek in kisten en kasten heeft verduurt van een troep Hussaaren. Ik zeg hy stierf op het Jaar zes hondert zeven-en-veertig, in het zeven-en-dertigste Jaar zyns ouderdoms, en legt in Londen begraven.

Weyerman vervolgt de tekst met nog bijna twee pagina’s over de dronkenschap die niet bij Buckeridge voorkomen. Hij heeft hiervoor begin en slot van Resolve 84, Of Drunkenness, van Owen Felltham vertaald.6 Weyerman heeft zo het vrij luchtige lemma van Buckeridge met enkele ingrepen omgewerkt tot een literaire notitie met een hoog dramatisch gehalte. – Jac Fuchs

Noten
1. Ton J. Broos, Tussen zwart en ultramarijn. De levens van schilders beschreven door Jacob Campo Weyerman (1677-1747) (Amsterdam-Atlanta 1990), onder andere p. 52.
2. Jac Fuchs, ‘Weyerman en Engeland: zelfmoord in Bristol’, in: Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman 34 (2011), p. 67. 
3. Sander Karst, ‘Nog meer gestolen veren. Weyermans letterdieverij uit een Engelse bron in het vierde deel van zijn Levens-beschryvingen’, in: Jonathan Bikker, Erik Hinterding, Everhard Korthals Altes en Eddy Schavemaker: “Gij zult niet feestbundelen”. 34 bijdragen voor Peter Hecht (Amsterdam 2016), p. 102-110. Karst had eerder al in een voetnoot op deze ontlening gewezen. Zie Sander Karst, ‘Off to a new Cockaigne: Dutch migrant artists in London, 1660-1715’, in Simiolus, Netherlands quarterly fort he history of art 37, nr. 1 (2013-2014), p. 26-60, speciaal voetnoot 81 op p. 39-40. 
4. Roger de Piles, The Art of Painting and the Lives of the Painters (Londen 1706). Karst gaf aan dat Weyerman de biografie van Jacques Stella baseerde op die van De Piles. Ik kan daaraan toevoegen dat het bij sommige biografieën nog ingewikkelder is. Zo is de biografie van Hans Holbeen (=Holbein) op p. 279-289 een combinatie van nieuwe tekst, tekst die overgenomen is van Des Piles, en passages die op het Essay van Buckeridge gebaseerd zijn.
5. Abel Boyer, The English Theophrastus (Londen 1702), p. 194-195. Mijn hierboven geuite veronderstelling dat aan zo’n moraliserende inleiding een tekst van een andere schrijver ten grondslag ligt, blijkt in ieder geval bij deze biografie juist te zijn.
6. Owen Felltham, Resolves: Divine, Moral, Political. With several new Additions both in Prose and Verse, Not Extant in the former Impressions (Londen, 1696, elfde druk), p. 115-117. Ik verwijs naar de druk uit 1696 omdat uit eerder herkende Felltham-ontleningen geconcludeerd kon worden dat Weyerman deze druk moet hebben gebruikt. 

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.