Voetnoot 114

De grootmeester is dood, leve de grootmeester!

donderdag 30 mei 2019 – In mei bracht ik een bezoek aan het eiland Rhodos, waar ik het Griekse Pasen vierde met het gezin van mijn zus en andere familieleden. Natuurlijk bezocht ik ook enkele bezienswaardigheden, waaronder het Grootmeesterspaleis in de oude stad.

Het gotische bouwwerk en de omringende vesting staan op de Werelderfgoedlijst en zijn zeer indrukwekkend. Niet alleen in de Klassieke Oudheid maar ook in de middeleeuwen speelde Rhodos een belangrijke rol in dit deel van de Middellandse Zee.

Thuisgekomen vroeg ik me af of Weyerman het eiland Rhodos noemt in zijn werk. Dat gebeurt een paar keer, onder andere in een beschrijving van Malta en de Maltezer Orde in Den Amsterdamschen Hermes (deel 1, afl. 47, 18 augustus 1722, p. 373-375). Aanleiding is een krantenbericht over de dood van de grootmeester van Malta en de benoeming van diens opvolger:

Amsterdamse Courant, 1 augustus 1722
Gisteren heeft de Oude Vader van den Bisschop van Malta tyding gekreegen dat de Groot Meester van die Ordre den 17 Juny was overleeden; en dat Don Anthonio Manuel Portugees [=Antonio Manoel de Vilhena, zie illustratie], 3 dagen daer na in zyn plaets tot die waerdigheyd was verkooren.
1

De oorsprong van de Maltezer Orde ligt in Jeruzalem en gaat terug tot de tijd van de kruistochten. In die tijd heette de orde de Orde van St. Jan of de Johannieterorde. Aanvankelijk bestond het werk van de leden uit de opvang en het verzorgen van pelgrims en kruisridders; vandaar dat zij ook hospitaalridders werden genoemd. De ridders kregen later ook een militaire taak. Na de val van Jeruzalem vluchtten de ridders naar Cyprus. De ridders wilden echter een eigen gebied en veroverden na twee jaar strijd in 1309 het eiland Rhodos.

De orde wist in de jaren daarna diverse aanvallen van piraten en Ottomaanse troepen af te slaan, maar in 1522 kwam Suleiman de Grote met een leger van 120.000 soldaten. Deze overmacht was te groot voor de 7000 ridders en na een beleg van zes maanden gaven zij zich over. Suleiman verleende de ridders vrije aftocht en zij verlieten het eiland Rhodos met vijftig schepen. Enkele jaren later schonk Karel V de orde het eiland Malta. Hier konden de ridders zich weer vestigen en hun werk voortzetten. Vanaf die tijd bestreden zij de Barbarijse piraten. De geschiedenis van de orde loopt door tot in onze tijd. In 2018 is de 80e grootmeester benoemd: Giacomo Dalla Torre del Tempio di Sanguinetto.

Weyerman geeft in Den Amsterdamschen Hermes een korte beschrijving van Malta en vertelt het een en ander over de orde, waarbij ook het beleg en de val van Rhodos genoemd worden. De tekst van Weyerman is encyclopedisch van aard en het is dan ook niet verwonderlijk dat Weyerman de tekst ontleend heeft aan het lemma ‘Malte’ uit Le grand dictionaire van Moréri. Hij volgt de tekst op de voet en maakt hier en daar een humoristische opmerking.

Ik kan me levendig voorstellen hoe deze pagina’s tot stand zijn gekomen. Weyerman leest in de krant het bericht over de grootmeester en vraagt zich af: Waar ligt Malta ook alweer? Wat is er bekend over dat eiland? Vervolgens loopt hij naar zijn boekenkast en pakt het deel van Le grand dictionaire met de letter M. Hij leest het lemma en denkt: daar kan ik een mooi stukje over schrijven.

Aan het eind van de tekst keert Weyerman weer terug naar de krant. Hij schrijft:

Dat Gerard de Eerster Grootmeester dier order was, en dat Don Antonio Manuel de laatste is, bewyst Hermes uit Badouin, en uit de Courant; de eerste is geenzins de geringste, en de twede geenzins de geloofbaarste.

Het is niet onmogelijk dat Weyerman Histoire de Malthe (Parijs 1643) van Jean Baudoin heeft gelezen en voor zijn tekst heeft gebruikt, maar dat hoeft niet zo te zijn.2 Le grand dictionaire heeft een keurige lijst met de namen van de grootmeesters van Malta en Baudoin wordt genoemd bij de literatuurverwijzingen aan het eind van het lemma (editie 1702). Weyerman heeft er geen moeite mee literatuurverwijzingen van anderen over te nemen. Ik denk dan ook dat hij, net als voor de beschrijving van Polen en Hongarije (Voetnoot 102 en Voetnoot 103) gebruik heeft gemaakt van het Franse naslagwerk. – Jan Bruggeman

Noten
1. Op 2 juli 1722 maakte de Amsterdamse Courant bekend dat de grootmeester van Malta op sterven lag. Twee dagen daarvoor, op 31 juli, kwam de Leydse Courant al met het gerucht dat hij zou zijn overleden en ‘Don Emanuel van Antonio, Portugees, in zyn plaats verkooren zouw wezen’. Op 7 augustus stond er in de Leydse Courant dat kardinaal Paulucci de dood van de grootmeester bekend heeft gemaakt en dat Don Antonio Emanuel Pinto hem opvolgt.
2. In de literatuurverwijzing staat ‘Bosio, Boisar, Naberat, Baudoüin, &c. Hist. de Malte‘. Volgens mij wordt hiermee bedoeld Histoire des Chevaliers de l’Ordre de S. Jean de Hierusalem (Parijs 1629).

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.