vrijdag 28 oktober 2022 –Aangezien militaire gevangenen altijd meereisden met hun regiment, vinden we Kersteman als gedetineerde op een gegeven moment weer terug in Breda. Zijn tweede verblijf in deze garnizoensstad. Hij zat daar in de eerste maanden van 1751, waar hij gezelschap had van Maria van Antwerpen. Over haar spreekt Kersteman zich in zijn autobio nauwelijks uit, maar wel vertelt hij heel kort hoe hij munt heeft kunnen slaan uit de belevenissen die zij hem toevertrouwde. Citaat:
Hierop gebeurde het, bij gelegenheid dat zeker vrouwspersoon als grenadier […] met een sergeants dochter getrouwd was, dat ik vervolgends de Bredasche heldin, of het leven van Maria van Antwerpen beschreef, het welk, wegens de zeldzaamheid, eene onbedenkelijke aftrek had, en mij een fraaje stuiver gelds in den zak bragt, waardoor ik mijne schulden te Breda betaalen kon.
De roman verscheen in 1751 als De Bredasche heldinne, vlak voor zijn proefverlof. De uitgave is bekend dankzij de editie die Rudolf Dekker, Lotte van de Pol en Gert-Jan Johannes in 1988 het licht deden zien. Kersteman doet het in deze autobiografische travestieroman voorkomen dat hij haar ghost writer was die haar levensverhaal optekende. Allemaal echt gebeurd, verzekert Kersteman. Het is de eerste roman die hij schreef in zijn lange carrière als broodschrijver.
Maria van Antwerpen moet een lange, forse vrouw zijn geweest want ze had als grenadier in het Staatse leger gediend. Grenadiers zijn doorgaans lange en krachtige manschappen, gespecialiseerd in het werpen van handgranaten met een brandend lont. Ze droegen hoge puntmutsen in plaats van de platte soldatenhoofddeksels, waardoor ze geen risico liepen die pet in de fik te steken. (In Engeland ontwikkelden de puntmutsen zich overigens tot welbekende berenmutsen).
Maria van Antwerpen kon natuurlijk niet zomaar in dienst treden. Ze moest haar ware identiteit verhullen door in mannenkleren te lopen. Een dergelijke travestie kwam vaker voor. Zo kennen we Aal de Dragonder, ook al zo’n forse vrouw in mannenkleren, die begin 18e eeuw werd doodgestoken en bij autopsie een vrouw bleek te zijn. Haar lichaam kwam terecht in de Rotterdamse anatomiekamer, waar het in twee delen tentoongesteld werd: haar huid en geraamte werden apart geprepareerd. Ook kennen we Maria ter Meetelen, die haar leven aan boord van een schip begon in mannenkleren. Ze werd echter door kapers gevangen genomen en in Barbarije als slaaf verkocht. Haar pseudo-biografie was kort voor Kerstemans detentie, in 1748, verschenen.
Maria van Antwerpen is geboren in Breda. Ze was een kleine tien jaar ouder dan Kersteman. Over haar is veel bekend, niet alleen dankzij de roman van Kersteman, maar ook dankzij de verhoren waaraan zij na arrestatie werd onderworpen. Ze was vroeg wees en werkte als dienstmeisje, naaister en handelaarster in tweedehands goederen. Ze woonde in verschillende steden, onder andere in Grave, waar ze in 1746 een zesjarig contract tekende voor het Staatse leger. Twee jaar later trad ze Coevorden, als Jan van Ant, met een vrouw in het huwelijk. Kennelijk vond Maria haar vermomming niet adequaat genoeg, of – wat ook kan – bood juist de travestie voor haar gelegenheid een relatie met vrouwen aan te knopen.
Na een aantal troepenverplaatsingen werd het regiment van Jan van Ant in haar geboorteplaats Breda gelegerd. Daar werd ze herkend door de dochter van het gezin waar ze ooit als dienstmeid had gewerkt. Ze werd gearresteerd en in mei 1751 door de krijgsraad veroordeeld tot verbanning uit Brabant en Limburg en uit alle garnizoenssteden. Kersteman geeft de sententie als toegift aan het slot van de Bredasche heldinne, en levert ook een ooggetuigenverslag van haar invrijheidsstelling. Citaat:
Dien dag was den toevloed van Aanschouwers onbeschryffelyk! Wanneer de Sententien gepronuncieert waren, wierd de ontdekte Maria van Antwerpen, door eenige manschappen tot de laatste Ophaal-Brugge van de Haag Poort, uyt de Stad geleyt; werdende door honderde menschen gevolgt, die haar tot in de Buyten Herberg, de Blomkool genaamt, verselde […].
Wat Kersteman niet kon weten was dat ze zich zo’n tien jaar later opnieuw als man verkleedde, nu als Machiel van Hantwerpen, en dat ze opnieuw het leger in ging en opnieuw trouwde. In 1769 kwam ook aan deze travestieperiode een einde. Ze werd opnieuw herkend, haar vrouw vluchtte, maar Maria werd gearresteerd en in Gouda berecht. Tijdens het verhoor verklaarde ze dat haar bedrog was voortgekomen uit ‘mistroostigheid’, ‘uit liefde tot haar evennaasten’. De schepenbank veroordeelde haar tot verbanning uit Holland en West-Friesland.
Twee maanden na de eerste vrijlating van Maria van Antwerpen werd ook Kersteman op vrije voeten gesteld. De Haagse juwelier Thomeze zat hem nog altijd op de hielen met brieven waarin hij afbetalingen van de nog openstaande schuld opeiste. – Rietje van Vliet (wordt vervolgd
¶ Eerdere afleveringen over Kersteman in Breda: De adellijke afkomst van Kersteman (20-10-2022), De ruziënde ouders van Kersteman (21-10-2022), Kersteman als flierefluiter (24-10-2022), Kerstemans eerste verblijf in Breda (26-10-2022).