woensdag 21 juni 2023 – Op 15 juni schreef ik op de site over het notarieel archief van Den Haag. Daar is mijn uitleg te vinden over hoe de aktes in dat archief online te vinden zijn. Een rechtstreekse link naar aktes die ik noem kan ik helaas niet geven.
Den Haag was het bestuurlijke centrum voor de hele Republiek; dus niet alleen voor Holland en West-Friesland. Het was ook de plek waar de regie over het leger gevoerd werd. Over dat leger is veel informatie te vinden in het Nationaal Archief, maar ook in het Haagse notarieel kom je regelmatig militairen tegen.
Er liepen in de achttiende eeuw veel militairen in Den Haag rond, die uit de hele Republiek afkomstig waren, zelfs uit de barrièresteden. Als zij een testament wilden laten opmaken, een verklaring wilden afleggen of een transactie wilden regelen, dan gingen ze naar een Haagse notaris. De meeste notarissen vermeldden doorgaans keurig rang, onderdeel en commandant van de militair. Als er voor het notarieel archief dus ooit een goede index op namen en beroepen komt, dan zal op die manier veel nieuwe informatie over het Staatse leger beschikbaar komen.
Solliciteurs militair – Op bestuurlijk niveau verdienen de solliciteurs militair even wat aandacht. Zij zorgden ervoor dat de krijgsonderdelen van geld werden voorzien; hun uitgaven konden zij bij de Staten declareren. In het notarieel archief zie je hen met grote regelmaat obligaties tekenen, en dus met geld schuiven.
Voor het mogen uitoefenen van de functie van solliciteur militair eisten de Staten van Holland en West-Friesland een borgsom van ƒ 5000. Hendrick Gousset, voormalig solliciteur militair, stelde zich op 26 augustus 1734 bij notaris Reijnier van Ouwenaller borg voor dat bedrag. Hij zag graag dat zijn zoon Pieter Adriaan Gousset in zijn voetsporen zou treden (notaris 3.382, inv.nr. 2003, plaatjes 286-287).
Een aardig voorbeeld van informatie over de carrière van een militair biedt een verklaring die op 25 november 1729 werd opgetekend door notaris Bartholomeus van Walevelt (notaris 3.442, inv.nr. 2542, bestand 3, plaatjes 19-20). De 62-jarige Hans Jurriën Keyser verklaart vanaf 1698 of 1699 zelf soldaat te zijn geweest in het regiment gardes te voet, in de compagnie van luitenant-kolonel Paulus Sirie. Hij doet een boekje open over een andere soldaat, die als Gerrit Janse dienst genomen had maar die zich later Gerrit Montenaken is gaan noemen. Hij zou de vader zijn van ene Frederik, die ook in dienst is gegaan. Frederik is cadet en vaandrig geweest in het regiment van kolonel Yvoi en is voor Doornik gesneuveld. Kom daar maar eens achter zónder zo’n akte!
Stoffen en zo – Johan Diedrich Pitzsche, ‘gereformeert Cornet in het Regiment van den Prins van Saxen Hijlborg’, had anno 1723 twintig jaar in het Staatse leger erop zitten. Notaris Jacob de Faij noteerde op 13 oktober 1723 zijn verhaal: de akte bevat een indrukwekkende lijst met namen van soldaten met wie hij samen gediend heeft (notaris 3.435, inv.nr. 2503, plaatjes 13-14).
Het archief bevat ook contracten voor de levering van stoffen en toebehoren voor nieuwe uniformen. Daar heb ik er nu drie van gezien, maar van een ben ik vergeten de details te noteren. De twee andere zijn:
¶ 28 juli 1734 bij notaris Eduard van Velsen (notaris 3.332, inv.nr 1747, plaatjes 263-274);
¶ 22 april 1739 bij notaris Samuel Favon jr. (notaris 3.493, inv.nr. 2925, bestand 2, plaatjes 67-74).
In beide gevallen werden twee kapiteins van het betreffende regiment gemachtigd om het contract te sluiten. In 1734 kwam de bestelling van het regiment infanterie van kolonel Dibbits, in 1739 van het regiment dragonders van de dankzij zijn memoires ook nu nog bekende graaf von Schlippenbach.
Bij beide contracten was de leverancier een vrouw. De contracten zijn tot aan de knopen toe gespecificeerd. Natuurlijk moesten de geleverde stoffen ‘wel gekrompen en niet gerekt’ zijn. Bij het sluiten van het contract werden stalen stof verzegeld, maar die zitten helaas niet bij de akte. De samenstelling van de regimenten is uit de overeenkomsten af te leiden. Zelfs de tamboers en hoboïsten worden apart genoemd. Iets voor militair historici of kostuumdeskundigen? – Jac Fuchs