Weyerman, de Shaftesbury van de Lage Landen?

zondag 16 juni 2024 – Weyerman beoefende alle drie de hoofdgenres: lyriek, dramatiek en epiek. Maar of hij nu gedichten of liederen schreef, blijspelen, verhalen of een oplichtersroman, steeds maakte hij gebruik van teksten van anderen.

Naast humoristische en ironische teksten staan in Weyermans tijdschriften ook korte essays met een meer wijsgerige inhoud. Weyerman was echter geen baanbrekend denker, maar wel een groot stilist. Ook voor die filosofische teksten was hij schatplichtig aan het werk van buitenlandse auteurs. Hij plunderde de Conferences du Bureau d’adresse van Théophraste Renaudot (1633-1641), ontleende fragmenten aan The anatomy of melancholy van Robert Burton (1621) en vertaalde zonder bronvermelding uit het werk van Owen Felltham en John Spencer. Dat zijn allemaal zeventiende-eeuwse werken van zeventiende-eeuwse auteurs. 

Het bijzondere nu is dat Weyerman ook teksten ontleende aan het werk van zijn generatiegenoot, de filosoof Shaftesbury, voluit Anthony Ashley Cooper, derde graaf van Shaftesbury (1671-1713).[1]

Shaftesbury in Den Echo
Zou ik een roman over Weyerman schrijven, dan liet ik hem met Shaftesbury kennismaken in De Lantaarn, een van de huizen van Benjamin Furly, koopman en quaker in Rotterdam, waar Shaftesbury en andere Engelse vrijdenkers bijeenkwamen. We weten dat Shaftesbury enkele malen bij Benjamin Furly heeft gelogeerd. Weyerman had zeker kunnen deelnemen aan die discussieavonden, want hij was erudiet genoeg en sprak uitstekend Engels. Tijdens een van die bijeenkomsten overhandigt Shaftesbury Weyerman een door hemzelf geschreven boek en zegt: ‘You should read this’.[2]

Weyerman moet zeer onder de indruk van Shaftesbury’s werk zijn geweest, want hij vertaalde in ieder geval fragmenten eruit voor vier tijdschriftafleveringen. Het werk van Shaftesbury is voor het deïsme en de Verlichting in Engeland, Frankrijk en Duitsland heel belangrijk geweest. Hij was met zijn moraalfilosofie de wegbereider voor Immanuel Kant (1724-1804), die anno 2024 bijzondere aandacht krijgt, omdat het 300 jaar geleden is dat deze grote filosoof werd geboren. In buitenlandse publicaties worden beide filosofen vaak in één adem genoemd: ‘From Shaftesbury to Kant’, of ‘Shaftesbury, Rousseau, and Kant’.[3]

Shaftesbury schreef over diverse onderwerpen, onder andere over ‘de vrijheid’ en ‘de vrije stijl’. Die passages zijn Weyerman ook opgevallen; hij nam ze over in Den Echo des Weerelds.[4]

Shaftesbury in Den Amsterdamschen Hermes 
In het eerder verschenen weekblad Den Amsterdamschen Hermes zette Weyerman boven een passage van Shaftesbury ‘De aandachtige bespiegelingen van Hermes’, waarmee hij de filosofische ideeën van Shaftesbury zich als het ware toe-eigende.[5]

Aan het eind van het tweede deel van Den Amsterdamschen Hermes staat in nr. 50 een zeer opmerkelijke passage. Weyerman vertaalde een fragment uit The moralists, a philosophical rhapsody deels in proza en deels in poëzie.[6] Zelf spreekt hij van een ‘Troostvaers’. Hieronder staan enkele versregels van Weyerman, gevolgd door de oorspronkelijke Engelse tekst en een Nederlandse prozavertaling van R. Posthumus uit de negentiende eeuw.

Weyerman, Den Amsterdamschen Hermes, dl. 2, nr. 50 (7-9-1723), p. 396-397
Dus machtig is den Opstel van Uw Werk,
(Dat strydig, echter wort beteugelt in zyn perk,)
Dat dit zwaarwichtig Ront, op ’t wenken van Uw mennen,
Zyn Wedloop om de Zon moet rennen,
Terwyl de Maane, gants gehoorzaam om dees Kloot,
By maanden omloopt tot ze haar bleeke hoorens stoot,
Om haare Suster, die nooit Medevryster dulden,
Demoediglyk te hulden.

Shaftesbury, The moralists, a philosophical rhapsody (1709), p. 185
Thus powerfully are the Systems held intire, and kept from fatal interfering. Thus is our Globe directed, and made to run its annual Race about the Sun; daily revolving on its own Center: whilst the obsequious Moon with double Labour, monthly surrounding this our bigger Orb, attends the Motion of her Sister-Planet, and pays in common her circular Homage to the Sun.

Posthumus, Lofzang op God in de natuur (1841), p. 21
Door zulk eene magt worden de stelsels in hun geheel bewaard en vernietigende botsingen aan hen belet. Aldus wordt onze zware globe in zijnen jaarlijkschen loop geleid, dagelijks wentelende om zijn eigen middenpunt, terwijl de gedienstige maan, met dubbelden arbeid, maandelijks dezen onzen grooteren bol omloopt en de beweging harer zusterplaneet vergezelt; en gemeenschappelijk betalen zij haren cirkelenden eerbied aan de zon.

Shaftesbury in Den Ontleeder
In Den Ontleeder der Gebreeken vinden we een passage over het Opperwezen als schepper van het universum en zijn natuurwetten, wederom ontleend aan The moralists, a philosophical rhapsody.[7]

Shaftesbury op de Nederlandse markt
Weyerman is zeker niet degene die Shaftesbury in Nederland heeft geïntroduceerd. Van de Engelsman was namelijk reeds in 1709 een anoniem werkje in het Nederlands op de markt gekomen, uitgebracht door de Rotterdamse boekverkoper Izaak van Ruynen.[8] Wie de vertaler is geweest, weten we niet. Mogelijk iemand uit de kring van Furly.

In 1709 en 1710 waren in Den Haag twee werken van Shaftesbury in het Frans verschenen.[9] Pas in 1841 was er weer een Nederlandse vertaling uitgekomen: Lofzang op God in de natuur door de Friese predikant Rinse Posthumus, waaruit ik in het citaat hierboven enkele zinnen heb overgenomen.[10]

Weyerman is met zijn vertaalde fragmenten dus de tweede die in het Nederlands zijn lezers kennis laat maken met de ideeën van de Engelse geleerde. Uit het feit dat Weyerman in drie verschillende tijdschriften fragmenten van Shaftesbury opneemt, mag worden geconcludeerd dat hij het werk van de Engelsman regelmatig ter hand nam en daar zeer zeker door is beïnvloed.

Peter Altena schrijft in zijn schitterende biografie van Weyerman: ‘De motor van zijn denken is zeker niet calvinistisch, maar kan hij van de weeromstuit gelden als de Voltaire van de Lage Landen?’[11] Diezelfde vraag kun je stellen over Weyerman en Shaftesbury: kun je Weyerman de Shaftesbury van de Lage Landen noemen? Mij gaat dit te ver. Maar hopelijk verschijnt er nog eens een artikel over Weyerman die met zijn tijdschriften een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het verspreiden van Shaftesbury’s ideeën in de Republiek. – Jan Bruggeman


[1] De eerste werken van Shaftesbury verschenen in 1698 en 1699. De latere dateren uit de eerste jaren van de achttiende eeuw. Shaftesbury overleed vlak voor zijn 42e verjaardag in 1713 en heeft maar een bescheiden oeuvre op zijn naam.

[2] De kans dat Weyerman Shaftesbury in het echt heeft ontmoet, acht ik zeer klein. In 1711 vestigde Shaftesbury zich wegens zijn zwakke gezondheid in Italië.

[3] Dabney Townsend, ‘From Shaftesbury to Kant. The development of the concept of aesthetic experience’, in: Journal of the History of Ideas 48 (1987), 2, p. 287-305; John Andrew Bernstein, Shaftesbury, Rousseau, and Kant. An introduction to the conflict between aesthetic and moral values in modern thought (Rutherford, VS/NJ 1980).

[4] Den Echo des Weerelds, dl. 1, nr 24 (1-4-1726), p. 188-191. De pagina’s 188-190 zijn ontleend aan The moralists, a philosophical rhapsody (1709), p. 69-70, 239-240 en Echo p. 190-191 komen uit Sensus communis. An essay on the freedom of wit and humour (1709), p. 5-8. Zie ook Voetnoot 167

[5] Den Amsterdamschen Hermes, dl. 2, nr. 5 (27-10-1722), p. 33-38. De pagina’s 33-38 zijn een bewerking van The moralists, a philosophical rhapsody (1709), p. 194-202. Zie ook Voetnoot 193.

[6] Den Amsterdamschen Hermes, dl. 2, nr. 50 (7-9-1723), p. 395-397. De pagina’s 395-397 zijn een bewerking van The moralists, a philosophical rhapsody (1709), p. 12, 32, 186, 184, 185.

[7] Den Ontleeder der Gebreeken, dl. 1 , nr. 29 (24-4-1724), p. 227-229. Weyerman heeft verschillende passages bewerkt en aan elkaar gesmeed. Zo is p. 227 ontleend aan The moralists p. 239-240, Weyermans p. 228 t/m eerste alinea van p. 229 is vertaald uit The moralists p. 182-184 en Weyermans vierde alinea van p. 229 is afkomstig van The moralists p. 110.

[8] Een brief over geestdryvery uit het Engelsch vertaalt (Rotterdam 1709). Dit is een vertaling van Shaftesbury’s A letter concerning enthusiasm (Londen 1708).

[9] Lettre sur l’entousiasme (Den Haag 1709) en Essai sur l’usage de la raillerie et de l’enjoument dans les conversations (Den Haag 1710).

[10] Shaftesbury, Lofzang op God in de natuur (Dokkum 1841). Dit is een gedeeltelijke vertaling van The moralists, a philosophical rhapsody.

[11] Peter Altena, Nieuwsgier. Jacob Campo Weyerman [1677-1747] (Amsterdam 2024), p. 167.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.