donderdag 22 november 2012 – Amerika heeft vandaag vrij wegens Thanksgiving Day. Naar jaarlijkse traditie heeft Obama gratie verleend aan de ‘National Thanksgiving Turkey’. De kalkoen mag dan de rest van z’n leven doorbrengen in Disney World of zoiets.
Gelezen op het web: in Engeland in de 18e eeuw lieten de veehandelaren de kalkoenen in grote groepen naar de Londense markt lopen. Ze kregen zelfs kleine laarsjes aan voor de lange reis.
Ook gelezen: de grote hoepelrokken uit de 18e eeuw waren geïnspireerd op vogelsoorten, waaronder met name de kalkoen.
Weyerman schrijft een paar keer over kalkoen à la daube, een gerecht waar hij kennlijk van gesmuld heeft maar waarvoor men in eethuizen wel een hoop geld moest neertellen. Zo laat hij Praatjebij in de Persiaansche Zydewever zeggen: ‘Die Kalkoen a la daube smaakt heerlijk, Papa, die kostje wel een koppel Dukaaten.’
In de Voornaamste beweegredenen en omstandigheden die aanleyding hebben gegeeven aan Moses Marcus tot het verlaaten van den joodschen, en tot het aanneemen van den kristelyke godsdienst komt het gerecht opnieuw ter sprake. Het gaat hier over Joab, die een kalkoen à la Daube krijgt geserveerd nadat hij uit de lucht is komen te vallen, pardoes in de tuin van een mooi meisje. Citaat (met toegevoegde hard returns en een opgedeelde zinnen):
Hy [=Joab] had nog geen anderhalf uur gevlogen toen hy in een Stads Tuyn nederviel, en zo een hartelijke smak dee, dat zijn Zwaard in twee stukken sprong. Ook voegt ’er een zeker Rabbijn by, dat het kristal van zijn Orlogie brak, het welk een aanmerkelijke passagie is voor de Heeren Orlogiemaakers, om de Oudheit van hun geraderde Konst te bewijzen.
Die Tuyn hoorde aan het huys van een Weduw die met een schoone jonge Dochter haar eenig Kind huys hielt, welke jonge Dochter den half dooden Joab vond leggen op een Bed van Engelsche Aardbeijen, die maar passelyk verbetert waaren door dien Val, die zy laafde met haar Neusdoek te doopen in haar Eau d’Hongrie flesje, en toen vroeg, wie hy was, en hoe hy daar kwam?
Ik ben een Amalekiter, schoone Juffer, (sprak Joab, die alzo stout in ’t liegen was, als het Gooijer-kind in Gysbregt van Amstel) die gevangen zynde by de Jooden, door den Hoofdman der Belegering gecondemneert wiert, om in deeze Stad geschooten te worden. Welke Scheut my tot nog toe zo kwaalyk bekomt, dat ik myn hart in stukken vrees, van nooit geen oud Man te zullen worden.
Nu bid en smeek ik uw, O bekoorlijke Schoonheyt! van my alhier te verzorgen van Eeten en Drinken, tot ik zo veel kracht verkreegen heb van te kunnen gaan en staan. Als dan zal ik het Zwaerd aengrypen tot Verdeediging van uwe Stad. En wie weet wat er ’t avond , of morgen nog tusschen ons beyden kan beslooten worden.
Dit gezegt hebbende, duuwde hy het Meysje een half Dozyn Ongersche Dukaten in de hand, (het Goud Solliciteert wonderlyk). Waarop zy in huys glee als een Schim, en een moment daar na den geestropieerden Hoofdman een Kalkoen a la Daube, benevens een paar Drielings-Flessen met Coteau Marin ter sluyk toestak, die hy smaakelyk verorberde. En binnen acht a negen dagen was Joab weer een Man als een Tesselsche Kaag.
Hier het recept van Kalkoen à la Daube met Gelei, of à la Glace. Wat heb je nodig? Schrik niet: geraspte hertshoorn, water, Rijnwijn, kaneel, witte peper, foelie, kruidnagelen, zes citroenen, broodsuiker, vier eiwitten. En natuurlijk een kalkoen.