woensdag 9 januari 2013 – Eindelijk is het mysterie opgelost: het bloed in de Parijse kalebas uit 1793 is van Lodewijk XVI. Dat hebben onderzoekers nu onomstotelijk vastgesteld.
Toen Lodewijk XVI in 1793 naar de guillotine werd vervoerd, haastten vele Parijzenaars zich om deze historische gebeurtenis te aanschouwen. Velen van hen wilden er een tastbare herinnering van bewaren: ze drenkten daarom hun zakdoeken in het koninklijke bloed. Volgens de legende werd er ook bloed opgevangen in een gedroogde kalebas.
De Parijse predikant Maximilien Bourdaloue had zo’n kalebas. Fraai gedecoreerd. Het bloed verdween, maar de kalebas niet. Gelukkig (hm?) bleven er bloedsporen achter. De recente DNA-analyse heeft nu aangetoond dat het bloed inderdaad van de onthoofde monarch is geweest (bron).
Het werd vergeleken met het genetisch materiaal uit het afgehakte en gemummificeerde hoofd van de Franse koning Hendrik IV (1553-1610). Dit hoofd werd opgegraven door plunderaars tijdens de chaos van de Franse Revolutie. Het werd daarna wel als een kostbaar historisch artefact bewaard. Twee jaar geleden werd ook van dat hoofd bevestigd dat het aan Hendrik IV heeft toebehoord.
Voor Franse monarchisten is de ontdekking natuurlijk prachtig. De authenticiteit van twee Franse koninklijke relicten is nu wetenschappelijk bewezen.