De achttiende eeuw in het voorbijgaan (4)
vrijdag 31 mei 2013 – Haarlem heeft een ruim aantal hofjes, waaronder ook achttiende-eeuwse hofjes. Het hofje van Guurtje de Waal in de Lange Annastraat (plaatjes) dateert van 1616, maar onderhoud is van alle tijden. De renovatie van dit hofje in 1783 is in een gevelsteen vastgelegd.
Publiek mag het hofje op werkdagen van 10 to 5 uur betreden. Lees hier het verhaal over de relatie tussen het hofje en de Kop van Jut. Wie van Haarlem niet genoeg kan krijgen, kan zich ook verdiepen in het verhaal van de goedgebekte Haarlemse bakker Jan Matthijs (1500-1534), opgedist door Weyerman in diens Amsterdamschen Hermes:
Die vuurige Bakker raakte aan ’t ryzen, door de gift van een Waards Dochter, en dat onnozel Meisje wiert, door het sympateties Fenkelzaat van Herdoopery, en door het geestelyk poedertje van Dweepery, gedebaucheert.
Gestadig onderhield hy dat Herbergskind met visionaire Visioenen, grilzieke Droomen, en ongeopenbaarde Openbaaringen, tot dat hy ze zo digt baakerde in de wolk van Geestdryvery, dat zy met hem, op de bouten trok naar het koopryk Amsterdam, alwaar hy met haar liep prediken, langs de heggen en haagen van enge steegjes, zig uitgeevendc voor Enog, en met die handen de Broeders en Zusters zalvende, waar mede hy, nog zo onlangs, Haarlemmer Halletjes in den Oven schopt.
Lees hier en hier hoe het bakker Thijs, de fanatieke Haarlemse wederdoper, verder vergaat. — JF