dinsdag 25 juni 2013 – Op de hem kenmerkende wijze brombeerde Maarten van Rossem over de vervenstering van de Nederlandse geschiedenis. In Nederland volgens Maarten van Rossem signaleerde hij zelfs een heuse canonziekte.
Graag wilde ik deze keer afhaken als medemopperkont. Over de recent (30 november 2012) verschenen Canon van Grave geen kwaad woord: het boek ziet er goed uit, is helder geschreven en is even onbescheiden als bescheiden. Voor vijftien euro wordt er een helder zicht geboden op de Nederlandse geschiedenis, uiteraard vanuit Grave gezien. Favorieten zijn Jan Wier, de Graafse humanist, en Gerrit Paape, die een toneelstukje schreef over het bombardement dat de stad vernietigde.
Evenmin kritiek op Canon van Delft, dat een paar weken geleden de Delftse geschiedenis in vijftig verhalen samenbalde. Hugo de Groot en Jan Vermeer en – vooruit – ook nog even Gerrit Paape passeren de revue. De namen uit de Delftse canon overtreffen die van Grave moeiteloos in faam. Prachtig geïllustreerd en vlot geschreven. Wie nu nog klaagt, is beklagenswaardig.
Nieuw onderzoek wordt in beide canons niet gepresenteerd, de vensters bieden zicht op bekende beelden, maar de vormgeving en de fragmentering zijn appetijtelijk genoeg om heel wat lezers méér te leren over de eigen woonplaats of de onbekende stad die een bezoek verdient. — PA
¶ Noot van de redactie: op 11 september 2013 houdt Peter Altena een lezing over Gerrit Paape in het Prinsenhof te Delft (aanvang 20.00 uur). Entree € 5. Info hier.