Schaken is oorlog

Leerden de prinsjes in 1784 schaken van nonkel Elias?

Elias Steinmaandag 12 augustus 2013 – In de Noordwijkse boekenkast van neef Mees stond één oud boek. Het was echt oud en hield me (net als de radio, het strand, het huis van Albert Verwey en de zoektocht naar Villa Cateau/Cato waar Wyndham Lewis ooit verbleef) van mijn echte werk. Het boek kwam uit 1784 en was geschreven door Elias Stein. Ik hoef er nu niet meer voor naar Noordwijk, het is intussen opgenomen in EDBO. Het was Nouvel Essai sur le Jeu des Échecs avec des Reflexions Militaires relatives a ce jeu. Het was uitgegeven in Den Haag, ‘aux depens de l’auteur’.

Stein (1748-1812) was de schaakleraar van de zoontjes van stadhouder Willem V. In zijn onderricht was schaken oorlog en oorlog schaken. Het een was de metafoor voor het ander en andersom. Hij was de uitvinder van de zogenaamde Hollandse opening. In het boek bevond zich ook een portret van Stein. Een verbeterde versie is te vinden in de collectie van het Joods Historisch Museum, met daarbij een mager lofdichtje. In het NNBW zijn aan hem enkele regels gewijd, maar de nieuwsgierigheid bevredigen die regels niet.

De aanvechting om er in Noordwijk in te lezen heb ik bestreden. Veel wilskracht kostte dat niet. Ooit heb ik de eerste beginselen van het schaken geleerd, maar toen en later was het altijd mijn rol om de partij te verliezen. Wat mij met het boek in de hand wel van mijn werk hield, was de formidabele lijst van intekenaren waarmee het opende.

De stadhouder tekende in voor twaalf exemplaren, de erfprins voor zes en prins Willem George Frederik ook voor zes. De schaaklessen van Stein zouden weldra van pas komen, want het land stond op de rand van een burgeroorlog en wat moet je dan? Schaken?

Het is moeilijk om de lijst van intekenaren zonder nauwkeurig onderzoek goed te waarderen, maar op het eerste gezicht lijkt het schaken een discipline die in kringen van stadhoudersgezinden meer aanhangers had dan in kringen van patriotse burgers.

Onder de intekenaren bevinden zich daarbij opvallend veel joodse namen: vier leden van de familie Boas, éénmaal Capadose, tweemaal Cohen enzovoort. Misschien speelt daarbij mee dat Stein zelf ook joods was. Zeker is in elk geval dat onder joden in de Republiek de liefde voor de prins sterk ontwikkeld was … en dus voor het schaken?

Op de lijst verder veel adel en legerleiding. Twee opvallende namen: de luitenant J.C. Fuchs en J. Romswinckel. De eerste behoeft geen nadere toelichting, de tweede speelt een opvallende rol in de Leidse en nadien ook nationale politiek en in het werk van Gerrit Paape als radicale patriot. De meeste van die kwaliteiten speelden in 1784, toen Steins boek uitkwam, nog geen rol. Romswinckel was ook een befaamd bibliofiel. Later verkocht hij een groot deel van zijn boeken aan de Nationale Bibliotheek.

De lijst leidt zo tot enkele associaties – schaken is stadhoudersgezind, joods en van adel en leger -, maar de kracht van conclusie verdienen die associaties niet. Die verdienen vooral toetsing. Tot vooral veel meer vragen leidt de lijst van intekenaren: wie was Elias Stein, leerde hij de prinsjes goed schaken, was oorlog in 1784 schaken en schaken oorlog? — PA

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.