maandag 23 september 2013 – In 1708 werd in het Duitse Meissen eindelijk het eeuwenoude Chinese fabricagegeheim van porselein ontdekt. Daarop volgde een explosie aan porseleinproducties in Europa. In Nederland werd in 1759 te Weesp de eerste fabriek opgericht, gevolgd door die van Loosdrecht (1774). Tegenwoordig is zowel het Weesper als het Loosdrechtse porselein wereldberoemd (verder lezen).
In Kasteel-Museum Sypesteyn is deze en volgende maand nog een tentoonstelling te zien over de vroegste geschiedenis van het Loosdrechts porselein (1774-1784). Dominee Joannes de Mol (illustratie) richtte de fabriek op om werkgelegenheid te scheppen in zijn gemeente, die door het aflopen van turfwinning sterk was verarmd. Hij kocht in 1774 een partij klei op uit de kelders van het Muiderslot. Dit materiaal was daar achtergelaten door de Weesper porseleinfabriek. Toen de productie kansrijk bleek, kon hij er 60 mannen (van wie 20 als schilder) en 25 kinderen aan het werk houden.
De tentoonstelling heet De Mol en het leeuwtje. Dit zijn de merktekens waarmee de herkomst van het porselein kan worden geïdentificeerd. Eerst begon De Mol met een Hollands wapendier: het klimmend leeuwtje. Dat staat onderop de proefstukken die De Mol liet maken in Duitsland, voordat hij de fabriek in Loosdrecht zou stichten. Toen die fabriek eenmaal een feit was, koos De Mol voor de letters M.O.L. als merkteken: Manufactuur Oud Loosdrecht (en natuurlijk ook een verwijzing naar zijn eigen naam).
In de tentoonstelling zijn verschillende bijzondere objecten uit de vroegste periode te zien, maar ook voorwerpen (gravures, archiefmateriaal) die met de geschiedenis van de porseleinfabriek te maken hebben. Onder andere De Hollandse maagd, een fraai beeldje in ongeglazuurd porselein, uit de patriottentijd.
¶ De tentoonstelling De Mol en het leeuwtje, de opmaat naar het Loosdrechts porselein is te zien in Kasteel-Museum Sypesteyn tot eind oktober 2013. Info hier.