Met Atte Jongstra naar het neo-wetenschappelijk geluk

Paden naar het paradijsdonderdag 30 januari 2014 – Het was afgelopen zondag vroeg en fris in Enschede toen het Rijksmuseum Twenthe de deuren opende voor voorstellingen van het paradijs. De tentoonstelling Paden naar het Paradijs, samengesteld door gastconservator Atte Jongstra, loopt al sinds september van het vorig jaar, maar was mij schandelijk genoeg al maandenlang ontgaan. De tentoonstelling heeft blijkbaar niet het tumult opgeleverd dat zijn gastarchivarisschap van Zwolle in 2007 ontketende. Wel jammer eigenlijk.

Wie het werk van Atte Jongstra kent, weet dat bij hem grote geletterdheid gepaard gaat met plezier, vertekening en verwarrend spel. Dat was al zo toen Jongstra Nederlands in Amsterdam studeerde en zich in de kantine overgaf aan het luid reciteren van een dramatisch gedicht van Jan van Beers. De Friese tongval gaf het drama van de bleke jongeling een onvervreemdbaar komisch karakter, maar Jongstra hield het gezicht strak en verzuimde goddank zichzelf grappig te vinden.

Toen een jongen, intussen een man met achter zich een breed spoor van verhalen, romans, verwarring, identiteiten en ikken. In het geleerde (en bijzonder vaak ongenietbare) boek van Lut Missinne, Oprecht gelogen (Nijmegen 2013) wordt Atte Jongstra een eervolle plaats toegekend in een groep van schrijvers die met inzet van hun volle persoonlijkheid raadsels scheppen en de (soms valse, soms juiste) indruk wekken dat zij niettemin over zichzelf schrijven. Jongstra wordt door Missinne in het gezelschap geplaatst van F.P. Thomése, maar even goed zouden aan dat gezelschap Anton Dautzenberg en Arie Storm toegevoegd kunnen worden. Wie zich in het verleden heeft laten meeslepen door woede over de fabuleerzucht en het oneerbiedig plezier van Jongstra kan in het boek van Missinne een kalmeringsmiddel vinden. En dan misschien naar Enschede!

De tentoonstelling in Enschede is een bont zelfportret van de polyhistor Atte Jongstra, waarvoor hij putte uit de vaste collectie en aanvullingen vond van elders. Het is een roman die bestaat uit werk van anderen. De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik de eerste tien minuten in de ban was van lichte paniek: wat was dit?????? Maar allengs week de gedesoriënteerdheid en kreeg ik schik in het veldonderzoek en de uitvinding van nieuwe wetenschappelijke disciplines zoals dateringsmethodiek, geohistoriografie en schoeiselstudies en de nieuwe combinaties die Jongstra had gevonden in de schilderijen, tekeningen en objecten.

Bij de tentoonstelling, die beslist alcoholische nazorg vergt, verscheen een glossy, waarin Jongstra de tentoonstelling nog eens dunnetjes en onherstelbaar anders herhaalt. Er is een geestige tekening te vinden waarop Jongstra als een nieuwe Adam te vinden is, met hangend lid en rode leugenneus nabij de ‘boom der oude vrouwelijke kennis’. Verrassende naam in het colofon van medewerkers aan de glossy is die van Gerrit Paape. Op bladzijde 78 een smaakmakend fragment uit Schasz’ Land der Willekeurigen onder het hoofd ‘Brijzelbureau’. Wie naar Enschede gaat en de tentoonstelling bezoekt, mag even met Paape het paradijs in, maar zal zich uiteindelijk moeten voegen naar de nieuwe regels van de grote regisseur Atte Jongstra. Dat was in alle zondagse vroegte een feest dat de bezoeker zijn noorden deed verliezen. — PA

¶ De tentoonstelling in het Rijksmuseum Twenthe duurt tot en met 25 januari 2015. Lees hier meer informatie over de expositie en de totstandkoming ervan.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.