Een middag in Bilderdijk

Karikatuur van Bilderdijk die Siegfried Woldhek in 1998 van hem maakte

Karikatuur van Bilderdijk die Siegfried Woldhek in 1998 van hem maakte

woensdag 5 maart 2014 – Jaarvergadering Bilderdijk, twee mannen en de vrouwelijke penningmeester achter tafels en enkele tientallen tegenover hen, in het zaaltje waar de VU oude drukken ter inzage geeft. Het is vrijdag 28 februari 2014 en in de ruimte tussen de boekenkasten hangt onder meer het portret van Calvijn.

De Vereniging Het Bilderdijk-Museum vergadert en de stoelen staan in gelid. Geen beenruimte meer voor mevrouw Van Essen die de leden van de Vereniging ooit koekjes presenteerde. Zij leeft niet meer. De oude Vereniging is nieuw en gelukkig ook niet.

Als je de ledenvergadering zou filmen, zou niemand geloven dat het écht is. Leden die hun vraag inleiden met de erkenning dat zij vermoedelijk een onnozele vraag stellen en op hun wenken bediend worden: inderdaad! Aan de orde is verder de vraag wanneer leden in aanmerking komen voor een royement. Bij wijze van grap – mag ik toch hopen – wordt van bestuurswege verklaard dat wie Multatuli boven Bilderdijk plaatst, solliciteert naar beëindiging van het lidmaatschap.

Het ging die middag over de biografie. Eerste spreker was Eva Rovers, schrijfster van de Boudewijn Büchbiografie in wording. Büch, ooit door Martin Ros als ‘Dingetje Büch’ vereeuwigd, had een groot zwak voor Bilderdijk en in haar voordracht sprak Rovers over beide B-mannetjes. Plutarchus kwam even langs en ook de paradigmawisseling waar Büch dan de belichaming van zou zijn. De overgang van hoge naar lage cultuur. Oeps! Paradigmawisselingen liggen blijkbaar in de uitverkoop. Waar Büch een illustratie bleek bij een stelling, exemplarisch werd, verloor het beeld van Büch aan scherpte.

Vervolgens kwam Gerard Leliefeld, schrijver van enkele biografisch getinte Bilderdijkstudies, aan het woord. Om te beginnen protesteerde hij met klem tegen de Bilderdijk aangewreven hypocrisie Hij bracht verder in herinnering hoe zeer gedurende decennia het schrijven van de biografie taboe was geweest. Huizinga had dat op zijn geweten en na hem vooral Sem Dresden. Overtuigender was Leliefeld waar hij Bilderdijks afkeer van wetenschappelijke objectiviteit besprak, onder meer aan de hand van Bilderdijks Geschiedenis des Vaderlands.

Daarna kwam Rick Honings, één van beide Bilderdijkbiografen, naar voren. Hij besprak achtereenvolgens de uitgangspunten die Van Zonneveld en hij hadden gehanteerd bij het schrijven van hun Gefnuikte arend. Dat alles klonk zeer verstandig en genuanceerd.

Het slotwoord werd uitgesproken door de onvolprezen Rinus van Hattum, de man die meer weet over Bilderdijk dan Bilderdijk ooit over zichzelf wist. Hij gaf een overzicht van de desiderata van de Bilderdijkstudie. Al na drie minuten waande ik me een nurkse Sinterklaas die een zo omvangrijk lijstje wensen wel naar de prullenmand moest verbannen. Maar na die drie minuten groeide mijn bewondering voor de tomeloze hartstocht van Van Hattum en zijn onbegrensde kennis van Bilderdijk. En de vergadering eindigde goed: met een boek! Daarover later meer. — PA

¶ Wie deze film volgend jaar wil zien en de Bilderdijkstudie wil ondersteunen, melde zich aan als lid bij de Vereniging. Het kost bijna niets en het genoegen is groot.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.