Een bijzondere aanwinst van het Breda’s Museum
donderdag 18 december 2014 – Er zijn dagen dat ik me probeer voor te stellen hoe de jeugd van Jacob Campo Weyerman was. Vorige week was ik in Breda, liep via het Kasteel en het Begijnhof naar het Breda’s Museum en de hele dag regende het. Geen pretje, harde wind, muts doorweekt, een van regen zware jas.
Weyerman werd in 1677 geboren nabij Charleroi, dat toen nog niet zo’n naargeestig oord was, en de stad werd belegerd. Zijn vader was er als militair, zijn moeder als diens echtgenote, misschien als marketentster, zeker zwanger. Niet bepaald gunstige omstandigheden voor de eerste levensdagen. Modder, strijd, mannen met grote monden. Geschut! Regen? Of mengen beelden van de Eerste Wereldoorlog zich nu in de verbeelding van het beleg van Charleroi? Geen denken aan wiegje, kandeel, beschuit met muisjes.
Oorlog? In het Breda’s Museum wordt in een vitrine een aanwinst gepresenteerd: een terra cotta sculptuur door Jan Claudius de Cock (1667-1736), getiteld ‘Bellum’. Een verbeelding van de oorlog: een putto met een zwaard in de rechterhand, gezeten op een mortier. In een begeleidende tekst – als pdf beschikbaar: De Oorlog’ van Jan Claudius de Cock – Breda’s Museum – legt Jeroen Grosfeld een relatie tussen het beeld en de vredesbesprekingen voor de Spaanse Successieoorlog in Geertruidenberg in 1710. Zo lelijk lijkt de oorlog niet meer in de verbeelding van De Cock, de oorlog oogt geësthetiseerd. Misschien speelt de gedachte aan de vrede een rol bij de verfraaiing van de strijd. — PA
¶ De aanwinst van het Breda’s Museum is om nog een andere reden bijzonder. De Cock, ‘een Dwerg in zyn gestalte, maar een Reus in de konst’, was één van de leermeesters van Weyerman. Over De Cock is meer te lezen in De vrolijke tuchtheer van de Abderieten van Frans Wetzels (p. 115-118).