Reizende Chinezen

donderdag 20 maart 2008 – Op de website van de UB Utrecht staat de bibliografie van Weyerman afgedrukt. Een opvallende titel is nummer 13: De reizende Chinees (Amsterdam 17127-1728). Zo’n foutieve mededeling op het web gaat al snel een eigen leven leiden. In zijn blog Kemp=Mag van 5 febr jl. meldt Jef van Kempen eveneens dat Weyerman de auteur is van dit tijdschrift.

Het werk is oorspronkelijk van David Fassmann, de man van de dodengesprekken. Zijn Chinezenboek – het is meer een tijdschrift met een aaneenschakeling van vertogen – heet in het Duits: Der auf Ordre und Kosten seines Kaysers reisende Chineser (1724). Het werk is voorzien van talrijke prenten, onder andere van diverse Nederlandse steden die de Chinezen onderweg aandoen.

In het Nederlands heet het voluit: De Reizende Chinees, Op bevel en kosten van zynen Keizer. Gevende denzelve kennis van den Staat en Geschiedenissen der Wereld, dog wel byzonderlyk van Europa. Beschryvende deszelfs Steden, Gewoontens, Wetten, Zeden, Regerings-Form &c. Beneffens zommige aanmerkelyke Berigten, 1 Van het Chinesche Ryk, en deszelfs Heerlykheid. Als ook 2 Van den Turkschen Alkoran. Meestendeels voorgesteld in aangename Zamenspraken. Amsterdam, Hendrik Bosch, 1727-1728.

De Leidse Mij werd in 1938 getrakteerd op een lezing over Chinezen in de Nederlandse letterkunde. Hierin komt het Chinezenboek ook ter sprake. ‘Twee Chineezen, genaamd Herophile en Val du Prez, reizen in Nederland en geven in hun brieven aan den Chineeschen Keizer, uitvoerige beschrijvingen van vrijwel alle Nederlandsche steden en gewesten, gekruid met merkwaardige anecdoten.’

Is de toeschrijving van De reizende Chinees aan Weyerman echt volkomen uit de lucht gegrepen? Mwah. Weyerman heeft teksten uit Fassmanns dodengesprekken verwerkt in zijn Maandelyksche ’t Zamenspraaken tusschen de dooden en de leevenden (1726). Dit is eveneens uitgegeven bij Hendrik Bosch (Verlokkend ooft, p. 187).

Voor zover bekend is dit de enige link tussen Weyerman en het Chinezenboek van Fassmann.