Toontje, het Wipperwapperke

maandag 16 maart 2009 – Weyerman schrijft in zijn Konst-schilders hoe Anthony van Dyck te kijk wordt gezet door de bisschop van Gent: ‘een grof sterk Manspersoon’ die door Toonke gekonterfeit wenst te worden.

Van Dyck gaat bij hem langs, waar hij begroet wordt met een hooghartig ‘Rams kompliment’ (een knik).
Na een tijdje wordt de prelaat ongeduldig:

‘Den Bisschop keek den Konstenaar een geruyme tijd aan, met die ecclesiastieke vrymoedigheyt, die als ingebooren schijnt te zijn aan de gewyde Bestierders der Leeken conscientie.’

Wanneer Toon nu eindelijk zijn schilderspullen gaat halen?, klinkt het bars.
De schilder antwoordt, ‘Dat hy zyne orders verwachte om zulks te beginnen.’
Stilte.

Na een tijdje, ‘met een toon die vry veel op het geluyt, van den kerkelijken Ban zweemde’:
‘En waarom haalje dan uw schildertuyg niet, ofwachtje dat ik het zal gaan haalen?’
Toon antwoordt onvervaard: als u uw bedienden niet opdraagt om mijn spullen te halen, dan zult u het zelf moeten doen.

De bisschop stuift op uit zijn leunstoel en grauwt hem toe: ‘Toontje, Toontje, je zyt een kleyn Wipperwapperke, maar je hebt een groote gal.’

Een mooie tentoonstelling over de societyschilder Anthony Van Dyck (1599-1641) in Tate Britain.

De rondborstige dame met pikant laag uitgesneden hals, hier afgebeeld, is Lady Elizabeth Grey, countess of Kent. Het is niet van Van Dyck, maar wel van een andere Vlaming die zich aan Engelse hoven ophield: Paul Van Somer.

Nederlandsche schilders vonden decennialang emplooi in Engeland. Ook Weyerman trok er met schilderskwast en doek langs potentiële opdrachtgevers.