maandag 4 mei 2009 – Lees ook eens de Echo des weerelds, adviseerde Jan Bruggeman terwijl hij een citaat hieruit over Helvetius meestuurde.
In deze 45ste aflevering komt serendipiteit ter sprake: ‘het Geval’ waardoor in de wetenschap nieuwe ontdekkingen worden gedaan.
Zo ook bij Helvetius:
De Lukgodes die een goed oog sloeg op Helvetius, en reeds zyn Verhooging beslooten had, dee die ryke Plant Ipekakuana in zyn handen vallen, door de Toegeevendtheyt des Drogists.
Het medicinale goedje is braakwortel (ipecacuana) dat nog altijd door kruidendokters en heksenvrouwtjes wordt voorgeschreven bij hoest en misselijkheid.
Weyerman vertelt hoe Helvetius in Parijs bij toeval ontdekte dat het middel goed was voor de ‘Eb en Vloed van het Bloed’. Hij adverteerde ermee en werd onder de Parijzenaars waanzinnig populair. Zelfs de koning liet hem bij zich komen om zich met het middeltje te doen genezen:
Eyndelyk wiert Helvetius het spel meester, den Braziliaanse Wortel wierd Troef gewend, en hy ging met de Pot stryken. De Koning beval, dat men hem vier en twintig Duyzent Guldens zou tellen voor zyn Geheym, benevens nog een zeker Voorrecht et Cetera.
Zo ontwikkelde Helvetius zich tot de ‘Hollandsche Theophrast’. Op zijn 32ste reeds beschikte de geneesheer over 100.000 rijksdaalders. Van kwakzalverij word je dus heel rijk, is de boodschap.
Het lijkt er overigens op dat Weyerman Johann Friedrich en Adriaan Helvetius door elkaar haalt. Zie het lemma over de laatste in de New and general biographical dictionary.
– Maar de biograaf kan het natuurlijk ook mis hebben.