De donkere kanten van Tiepolo’s genie

woensdag 10 augustus 2011 – De Venetiaan Giovanni Battista Tiepolo (1696-1770) is beroemd om zijn religieuze en mythologische schilderingen op wanden en plafonds van kerken, stadspaleizen en buitenhuizen.

In de negentiende eeuw was de waardering voor zijn werk tot een dieptepunt gezakt. Zijn voorstellingen werden gezien als te barok, als ijdel en weinig natuurgetrouw. Daar is inmiddels verandering in gekomen, al worstelen veel kunsthistorici met de 33 raadselachtige prenten die Tiepolo voor zichzelf maakte.

Roberto Calasso besteedt in zijn Het roze van Tiepolo, in tegenstelling tot wat de titel suggereert, weinig aandacht aan het frivole schilderwerk van Tiepolo. De aandacht gaat vooral uit naar de zwartwit prenten: de Capricci en de Scherzi.

Wat zijn het voor prenten die Calasso als studieobject neemt? Tiepolo heeft er knoestige oudjes op afgebeeld, in oosters gewaad. Verder zie je saters, uilen en slangen, schedels en stukgelezen folianten. Zelfs Pulchinella en de Dood. Citaat uit recensie NRC (18-2-2011):

Al die figuren lijken verwikkeld in ernstige, misschien wel occulte, rituelen waarin dood en verderf nooit ver weg lijken te zijn. In een geleerd betoog oppert Calasso interpretaties waarin ketterij, magie en zelfs godendwang (theürgie) een rol spelen. Zo roepen de baardige oosterlingen – die ook in Tiepolo’s geschilderde werk veel blijken voor te komen – associaties op met Egypte, India en hekserij. En ook de vele slangen, kronkelend op de grond of opgehangen aan staken, doen niet alleen denken aan de oudtestamentische verhalen van Mozes en Esther, maar ook aan de legendes uit Egypte en het oude Rome.

¶ Roberto Calasso, Het roze van Tiepolo. Uitg. Wereldbibliotheek 2010. 310 blzz. Prijs € 29,90. Lees hier een deel van het eerste hoofdstuk.