dinsdag 15 november 2011 – Op 1 januari 1738 verging voor de monding van de Marowijnerivier in Suriname het slavenschip Leusden van de West-Indische Compagnie (WIC). Van de 716 in Afrika ingescheepte gevangenen overleefden er slechts 16 de ramp. Het is de grootste tragedie uit de Nederlandse scheepvaarthistorie. Toch is de ramp vrijwel onbekend.
De Leusden was een van de laatste WIC-schepen die slaven vervoerden. Per reis transporteerde het schip gemiddeld 660 slaven. Ze lagen geketend, en dicht op elkaar. In deze varende gevangenissen heerste een wreed regime. Bovendien hadden allerlei enge ziekten er vrij spel.
Veel slaven overleefden de overtocht niet. Van haar eerste reis in 1720 tot aan haar ondergang in 1738 voerde de Leusden in totaal 10 slaventochten uit: slechts 73% van de slaven bereikte levend de overzijde.
Leo Balai deed promotieonderzoek naar het slavenschip Leusden en daarmee naar de transatlantische slavenhandel. Dankzij diverse onbekende bronnen doet hij verslag van het feitelijke reilen en zeilen aan boord van slavenschepen.
¶ Leo Balai, Het slavenschip Leusden. Verongelukt voor de kust van Suriname, 1738, Zutphen, Walburg Pers 2011. ISBN 978.90.5730.729.4. 330 blzz. Prijs € 34,50.