dinsdag 1 november 2022 – In het Nationalmuseum van Stockholm was ik nog maar nauwelijks bekomen van de imposante reeks Rembrandts toen een en dezelfde man me twee keer verraste. Twee zelfportretten van Joseph Ducreux (1735-1802). Nooit van gehoord en nu ineens twee overrompelende schilderijen: een man die met zijn wijsvinger tot stilte maant en een man met een verbaasd gezicht.
Ducreux was ooit vanuit Frankrijk naar Wenen gestuurd om een portret van Marie-Antoinette te maken, nog voordat ze met de Franse kroonprins in het huwelijk trad. Het portret als visuele introductie van een huwelijkskandidaat. Naar verluidt was met deze opdracht het kostje van Ducreux gekocht. Hij werd zelfs in de adelstand verheven.
maandag 31 oktober 2022 – Op de laatste dag van september opende Museum Het Valkhof voor het laatst de deuren. Ook dit museum gaat in de verbouwing, wat gelijk staat aan langdurige sluiting. Die dag was de toegang vrij.
Op de bovenste verdieping heette een oud-leerling mij welkom, met het bericht dat ze een stukje van me had gelezen. Over Belisarius: ‘Ja, niet uit een boek, maar van internet, DBNL, uit Van Abélard tot Zoroaster’.
‘Oei, Kee-Lou, ik weet wat je bedoelt, maar het is niet van mij, hoor. Het is van Wilfried Uitterhoeve. Hij was uitgever van het boek en wilde er zelf ook aan bijdragen. In de uitgebreide herdruk in Van Abélard tot de Zwaanridder staat zijn naam er wel onder. Eigenlijk moet je die editie gebruiken. Eh … hoe kom je eigenlijk bij Belisarius?’.
Kee-Lou vertelde dat ze een werkstuk over Belisarius aan het schrijven was.
zaterdag 29 oktober 2022 – Twee maanden nadat Maria van Antwerpen, aka de Bredase heldinne, de poorten van de Bredase provoost voor zich geopend zag, werd ook Kersteman op vrije voeten gesteld. Thomeze zat hem nog altijd op de hielen met brieven waarin hij afbetalingen van de nog openstaande schuld opeiste. Wellicht werd Kersteman er nerveus van, vooral omdat zijn superieuren vonden dat de goede naam van het regiment op het spel stond.
Kersteman kon de druk van zijn meerderen niet weerstaan en begaf zich daarom vrijwillig in civiel arrest om in alle rust een pleidooi te schrijven waarin hij zichzelf vrijpleit. Zijn rijke oom uit Rotterdam trok definitief de handen van hem af en verklaarde, ik citeer, ‘hem liever te sien ophangen als een duit voor hem te willen betalen’.
Er volgde opnieuw een veroordeling: Kersteman werd uit het leger ontslagen. Maar de vrijheid lachte hem nog niet toe, want zijn moeder en oom hadden over hun foute zoon resp. neef zo veel belastend materiaal verzameld, dat ze hem in Rotterdam achter slot lieten zetten. Pas 6,5 jaar later stond hij daar buiten de poort. Dertig jaar oud. Inmiddels een paar romans op zijn naam en nog een rijke carrière voor zich.
vrijdag 28 oktober 2022 –Aangezien militaire gevangenen altijd meereisden met hun regiment, vinden we Kersteman als gedetineerde op een gegeven moment weer terug in Breda. Zijn tweede verblijf in deze garnizoensstad. Hij zat daar in de eerste maanden van 1751, waar hij gezelschap had van Maria van Antwerpen. Over haar spreekt Kersteman zich in zijn autobio nauwelijks uit, maar wel vertelt hij heel kort hoe hij munt heeft kunnen slaan uit de belevenissen die zij hem toevertrouwde. Citaat:
Hierop gebeurde het, bij gelegenheid dat zeker vrouwspersoon als grenadier […] met een sergeants dochter getrouwd was, dat ik vervolgends de Bredasche heldin, of het leven van Maria van Antwerpen beschreef, het welk, wegens de zeldzaamheid, eene onbedenkelijke aftrek had, en mij een fraaje stuiver gelds in den zak bragt, waardoor ik mijne schulden te Breda betaalen kon.
woensdag 26 oktober 2022 – Een jaar voor zijn overlijden verscheen de autobiografie van broodschrijver Franciscus Lievens Kersteman (1728-1793): het tweedelige Leven van F.L. Kersteman, door hem zelven beschreven, in 1792 uitgegeven bijzijn Amsterdamse boekverkoper Jan Barend Elwe. Al een paar keer heb ik laten zien hoe zijn levensverhaal vol zit met borstklopperijen en spannende anekdotes waarvan het waarheidsgehalte minimaal is.[1]
Maar wat hebben Kersteman en Breda, de stad waar de grondvergadering van het JCW dit jaar plaatsvond, met elkaar te maken? Tot nu toe kwamen alleen de Hollandse plaatsen Den Haag, Rotterdam en Voorburg voorbij. Welnu, onze held verbleef in de eerste decennia van zijn lange leven een paar maal in Breda, al laat hij zich daarover in zijn autobiografie nauwelijks uit. Vermoedelijk omdat zijn verblijf in de stad te maken heeft met een paar duistere kanten van zijn rijke leven.
dinsdag 25 oktober 2022 – Na de verdediging van mijn proefschrift in 2011 in de aula van de Nijmeegse universiteit – aangrijpend en verheugend – kwam er een reprise in de personeelskamer van het Dominicus College, waar ik toen nog werkte. Al even verheugend en aangrijpend. Ga maar na: een reeks van collega’s had een vraag of een reeks vragen voorbereid, eenvoudige inkoppertjes zaten er niet bij.
Eén van de collega’s richtte zich op Job van Paape, een ander confronteerde me met de reputatie van patriotten als NSB’ers. Een kort voor mij gepromoveerde collega geschiedenis – ook zijn proefschrift was in een geanimeerde bijeenkomst voorwerp van kritisch gesprek geweest – vroeg zich af waarom ik de eerste hoofdstukken van de biografie niet gewoon geschrapt had: in die hoofdstukken trad toch niet de interessante Paape op.
Een andere vraag gold mijn verdediging en verheerlijking van A.J. Kronenberg, de schrijver van wat Buijnsters in een bui van onwelwillendheid een ‘flodderig boekje’ over Gerrit Paape had genoemd.
maandag 24 oktober 2022 – Omdat de jaarlijkse grondvergadering van het JCW in Breda plaatsvond, was ik van plan mijn lezing te houden over Kersteman en zijn Bredase connecties. Maar tot nu toe is daar weinig van terechtgekomen.[1] Pas wanneer hij in dienst is van het Staatse leger arriveert hij in de garnizoensstad Breda, waar hij diverse avonturen meemaakt. – Nog even geduld dus. Eerst aandacht voor zijn studiejaren.
Na de scheiding van zijn ouders werd de jonge Franciscus Lievens Kersteman samen met zus Engelina en broer Petrus opgevoed door zijn moeder, in Den Haag. Vervolgens werd ons Fransje, naar eigen zeggen, in Rotterdam ondergebracht bij een rijke oom en tante, die hem op een gegeven moment naar een Franse kostschool in Voorburg stuurden. Na drie jaar vertrok hij naar Den Haag om al doende kennis te maken met de juridische praktijk. Ik citeer de autobiografische borstklopperij van Kersteman:
zondag 23 oktober 2022 – In Utrecht, in Het Utrechts Archief, bevindt zich het archief van Rijsenburg. Onder die naam stond het Groot-seminarie bekend dat enkele jaren na het wonderjaar 1853 ontstond. In de inventaris van Rijsenburg trof ik enkele nummers met gedichten. Naast brave verzen van Herman Schaepman en Bernard van Meurs – al vond ik diens gedicht ‘Aller-zielen’ eigenlijk wel mooi – waren er twee nummers (1001 en 1002) die mijn bijzondere belangstelling wekten.
Nummer 1001 bevatte een spot-geloofsbelijdenis, waarvoor een zekere Sottagimbus Haesepoot tekende. Onder de titel Myn Belydenisse des Geloofs stonden regels die steeds halverwege met een plusje in tweeën verdeeld waren. Was het de bedoeling dat het eerste deel van de regel steeds door de leermeester werd uitgesproken en dat de leerling het gedeelte erna moest opdreunen? Het eerste deel van de versregel rijmt overigens op het eerste deel van de vervolgregel, met de tweede delen van de versregels is het net zo.
zaterdag 22 oktober 2022 – Volg het spoor naar de tijd dat Nijmegen een van de belangrijkste vestingsteden van het land was! Dankzij de tekeningen, opmetingen en kaarten van de Groninger Klaas Willem Kiers is de weg naar 1750 begaanbaar.
Met het nieuwe boek Vestingstad Nijmegen 1750 kunnen lezers en kijkers in de voetsporen van Kiers treden. Het boek biedt een tot op heden onbekende schat aan schetsen en tekeningen van Nijmegen, van stukjes binnenstad en vesting, verloren en herkenbaar Nijmegen.
Vestingstad Nijmegen 1750 neemt de reiziger bij de hand en helpt bij de vergelijking van 1750 en later tijden (en nu). Over de maker en de opdrachtgever licht het boek in, zoals ook de stand van Nijmeegse zaken rond 1750 gepeild wordt door Paul Klinkenberg, Peter Altena en Paul van der Heijden, een drietal gedreven onderzoekers van de stadsgeschiedenis.
Het boek wordt gepresenteerd op vrijdag 18 november bij boekhandel Dekker van de Vegt (Marikenstraat, Nijmegen) – aanvang 16.00 uur/ aanmelden via 024-3020130 of per mail. Die presentatie telt korte voordrachten en natuurlijk de aanbieding van het eerste exemplaar. Wie de gelukkige ontvanger van dat eerste exemplaar gaat zijn, is een nog goed bewaard geheim. Vervolgens is er ruim gelegenheid om het boek aan te schaffen, met de auteurs te praten en een glas wijn te drinken. Wees welkom!
Twee dagen later, op zondag 20 november is er een tweede presentatie in het Huis van de Nijmeegse Geschiedenis (Mariënburg) – aanvang 16.00 uur/ aanmelden gewenst.
vrijdag 21 oktober 2022 – De grootvader van de 18e-eeuwse broodschrijver Franciscus Lievens Kersteman (1728-1793), Johannes Kersteman, was in 1707 getrouwd met Engeltje Bluzé (Bleuze).[1] Zij had geen adellijke roots, alle opmerkingen van Kersteman hierover ten spijt, maar zat wel goed in de slappe was. Eén van hun kinderen was Kerstemans moeder: Margaretha Kersteman.[2]
Margaretha is naar verluidt in 1723 – op 13-jarige leeftijd! – getrouwd met de Brusselaar Francis (François) Lievens, 47 jaar oud. Ze bevalt op haar 16e van Engelina (1726), op haar 18e van ‘onze’ Franciscus (1728) en op haar 20ste van Petrus (1730). In zijn autobiografie schrijft Kersteman geheel naar waarheid dat zijn ouders geen gelukkig huwelijk hadden:
Het huwelijksleven van mijne Ouders werd door sommige huiskrakeelen aan beide kanten zo onaangenaam gemaakt, dat er ten laatsten eene echtscheiding op volgde; ik weet niet wie van hun beiden gelijk of ongelijk heeft gehad, maar dit weet ik, met eene volslagene zekerheid, dat na den afloop van een zwaar proces, ik, nevens een ouder Zuster, en jonger Broeder onder de bestuuring van mijn moeder geraakte, waartoe waarschijnelijk de verschillendheid van Godsdienst aanleiding gegeven zal hebben.[3]
De Stichting Jacob Campo Weyer- man krijgt geen subsidie en kan uw financiële steun daarom goed gebruiken. Donaties op rekening NL57INGB0003848148 van het JCW zijn sinds 2011 als gift fiscaal aftrekbaar. Lid worden kan ook. Stuur een e-mail voor meer informatie.
Over deze website
- Nieuws over de lange 18e eeuw
- Biografie van Weyerman
- Informatie over het JCW
- Info over het tijdschrift MedJCW
- Overzicht van publicaties over JCW